«Devoir d’enquête : Rwanda, l’enquête manipulée.» Een uiterst verhelderende reportage van een ploeg van de RTBF die de leugens en manipulaties vanuit de hoogste Franse regeringskringen van het Elisée aan de kaak stelt. De reportage komt ook bij onze Franse zuiderburen op Tv en zal daar met stellige zekerheid heel wat stof doen opwaaien. Wees daar maar zeker van. Al bij al een ferm stukje onderzoeksjournalistiek van bij ons! Waarover gaat het? De reportage analyseert de mistige achtergronden van de «Derde genocide van de XXste Eeuw», waarin naast de meer dan één miljoen Tutsi en Hutu, ook tien Belgische paracommando’s op 7 april in Kigali werden vermoord die de vice-president, mevrouw Agathe Uwilingiyimana, moesten escorteren. Ook zij werd trouwens beestachtig afgemaakt. Aanleiding tot de moordpartijen was het neerhalen van het vliegtuig van Rwandees president Habyarimana net voor de landing op de luchthaven van Kigali. Er zijn steeds vragen gerezen over «Wie nu eigenlijk de twee grond-luchtdoelraketten op het presidentiële vliegtuig heeft afgevuurd?» Feit is dat achter de waarheid heel wat politieke en juridische manipulaties schuil gaan vanuit de hoek van onze Franse zuiderburen. De Fransen hebben altijd met beschuldigende vinger naar het Front Patriotique Rwandais (FPR) gewezen, het ‘Tutsi-bevrijdingsleger’. Nu legt de journalistische RTBF-ploeg andere kanalen bloot. Ze verwijzen in eerste instantie naar de dubieuze rol die gewezen ‘super-flic’ Paul BARRIL in de zaak speelt (en waarvan achteraf sporen wijzen naar samenwerking met de Franse geheime dienst). De akkoorden van ARUSHA tussen Hutu’s en Tutsi’s, door president Habyarimana ondertekent, wordt hem door Hutu-extremisten niet in dank afgenomen. Ook Frankrijk, die instaat voor de opleiding en vorming van het Rwandese leger ziet dit met eerder lede ogen aan en vreest haar invloed (en macht) in de regio te verliezen. Volgens de onderzoekers stond BARRIL, die intussen een eigen ‘veiligheidsorganisatie’ uit zijn mouw had geschud in nauw contact met de extremistische Hutu-vleugel en ‘zou’ zelf voor het leveren van de grond-luchtdoelraketten hebben gezorgd. De Franse geheime dienst zou alle moeite gedaan hebben om de stelling te voeden «dat de ‘missiles’ met een chauffeur naar de bewuste MASAKA-heuvel zijn gebracht, van waaruit Tutsi-milities dan het presidentiële vliegtuig neerhaalden.» Een eigenaardigheid die de journalisten terecht opmerken is…dat de bewuste heuvel volledig onder controle van het Rwandese Hutu-leger stond en dat het dus zo goed als onmogelijk moet zijn geweest om met 2 SAM-16 raketten (andere bronnen hebben het over 2 Franse 'Mistral'-raketten) naar de plaats van afvuren te zijn gereden. Ook de bewuste chauffeur, opgespoord door auteur Philippe BREWAEYS, ontkent deze piste: «Hoe zou ik de raketten over de weg naar de heuvel hebben kunnen overbrengen zonder dat de Hutumilitairen dit niet zouden hebben opgemerkt?» Te weten ook dat er op dat traject overal controleposten van de Hutu-Interahamwe waren opgesteld. Feit is dat intussen bepaalde ‘Rwandese getuigen’ hun verklaringen die ze aan de Franse onderzoeksrechter BRUGUIÈRE overmaakten introkken, meer zelfs, ze verklaarden dat ze gemanipuleerd werden om de zaak een bepaalde richting uit te duwen. In de marge hiervan: Bruguière was de man die er in datzelfde jaar in slaagde om de beruchte terrorist Carlos de Jakhals achter tralies te krijgen. Nog een eigenaardigheid is het feit dat er op het moment van de aanslag geen enkel Rwandees militair in staat was om de raketwerper te bedienen. ‘Toevallig’ is geweten dat er net voor de aanslag drie Franse militaire experts op dat vlak de Franse Bijstandstroepen ter plaatse waren komen versterken. Ook werden enkele dagen na de aanslag twee Franse radio-experts, die het volledige Hutu-radioverkeer in goede banen moesten leiden (en die dus de Rwandese radiogolffrequentie van het Hutu-leger – waarin verschillende extremisten zaten – konden opvolgen) dood in Kigali werden gevonden. Volgens de makers van de reportage (die zich steunden op verklaringen van familieleden van beide radiospecialisten MARLIÈRE en DIDOT) zijn ze wellicht vermoord. Nog een eigenaardig is, dat verschillende Belgische militaire artsen, die op het moment van de aanslag in de omgeving van het militaire kamp KANOMBE het avondmaal gebruikten, de grond-luchtdoelraketten hebben horen afvuren en overvliegen en het lichtspoor van de raket perfect visueel hebben kunnen volgen, net voor de ontploffing van het vliegtuig. Dit ontkracht volledig de Franse stelling dat ze zou afgevuurd zijn geweest vanop de MASAKA-heuvelrug. Wat we te zien kregen op de RTBF was zoals ik eerder al vermelde een knap staaltje reportagewerk. Voor de mensen die de uitzending hebben gemist nog even dit: in samenwerking met de Tv-reportage wordt er onder de titel «Noirs et Blancs menteurs» een boek over dit onderwerp uitgebracht van auteur Philippe BREWAEYS en waarin de hele reportage aan de hand van feiten en getuigenissen wordt beschreven en toegelicht. Philippe Brewaeys Price : € 19,95 Également disponible en librairie Aussi disponible en version ebook Aussi disponble sur iBookstore À propos de l’ouvrage Kigali, 6 avril 1994, 20h23. Deux missiles prennent leur envol, l'avion du Président rwandais Juvénal Habyarimana explose, ses occupants sont tués sur le coup. Dans les minutes qui suivent, les militaires rwandais et les milices, chauffés à blanc depuis des années par une propagande meurtrière, enclenchent le génocide des Tutsi et des opposants hutu rwandais. Le responsable de cet attentat ? Le Front patriotique rwandais, selon le juge Jean-Louis Bruguière. Des milliers de documents judiciaires, de dizaines d'interviews, des centaines de coupures de presse permettent de montrer qu'il n'en est rien. Cette thèse négationniste, transformant les victimes en bourreaux, résulte d'une convergence d'intérêts. Un juge très « politique », une France officielle frileuse dans la recherche de la vérité, des barbouzes, des opposants au régime et des génocidaires soucieux de diluer leur responsabilité, tous avaient intérêt à pointer le président Paul Kagame du doigt. à propos de Philippe Brewaeys Philippe Brewaeys est journaliste d'investigation depuis près d'un quart de siècle. Il a suivi de nombreux grands dossiers judiciaires en Belgique. Durant cette dernière décennie, il a sillonné à de multiples reprises l'Afrique des Grands Lacs. Depuis cinq ans, il étudie en profondeur le dossier de l'attentat contre l'avion du président Juvénal Habyarimana, élément déclencheur du dernier génocide du XXe siècle au Rwanda. Caractéristiques techniques: EAN 9782873868345 Disponibilité: Disponible Format: 15cm x 23cm Date de parution: 27/03/2013 Couverture: Brochée Tirage: 1 Nombre de pages: 174 Éditeur: Racine In de rand van het voorgaande poneer ik hier enkele persoonlijke interpretaties van Werner De Poorter (WDP) die, zoals ik al vermelde "zich als een pitbull in deze materie vastbijt". Hij maakte tijdens één van de Belgische missies in Rwanda (jaren negentig van vorige eeuw) deel uit van het 1ste Bataljon Parachutisten uit Diest en kan als 'ervaringsdeskundige' als het ware getuigen vanuit de 'eerste lijn'. Tijdens één van onze contacten bezorgde hij me zijn bedenkingen over het gebeuren. "In het verleden waren de christendemocraten pleitbezorgers voor het Habyarimana-regime, terwijl de socialisten en liberalen hun sympathie voor het Rwandees Patriottisch Front (RPF) etaleerden. Prunier* heeft gelijk als hij argumenteert: dat er in in de gebeurtenissen 'strange bedfellows' zitten". WDP vindt dat dit punt verwaarloosd wordt en staaft deze hypothese door te zeggen: "dat beide kanten van het conflict argumenteren en dit volgens hun respectievelijke agenda, dat de aanslag op het presidentiële vliegtuig een 'trigger' was voor de genocide." Daar zit het volgens hem dan ook fout. "Men zou de aanslag beter in een politiek kader plaatsen, in de plaats van een zuiver etnische aangelegenheid". (Waar hebben we dit nog gehoord?) "Helaas komen er dan heel wat pijnlijke vragen boven. Heden kunnen we dank zij de werking van het Rwanda tribunaal het bewijs leveren dat de Belgische deelname binnen het VN-mandaat een integratie was 'om de Franse OPS 'Noroît' te vervangen. Men moet daar geen stoutmoedige agenda achter zoeken. KIBAT is gewoon buiten de grenzen gegaan van het UNAMIR-mandaat om het Arusha akkoord alle kansen op succes te bieden". Volgens WDP was de "bijdrage van de para's de sterkste partner in het vredesproces, maar ook de zwakste schakel van de ketting ingeval de strijdende partijen zouden terugkomen op hun eigen vredesakkoord." Het onderzoek achteraf heeft duidelijk aangetoond dat het merendeel van de grootschalige massaslachtingen zich hebben voorgedaan in de maand april 1994. Kuperman argumenteert "dat de beste periode voor interventie zich situeerde rond 20-25 april. Op het einde van de grote slachtingen dus. En dit terwijl de internationale gemeenschap vanaf 7 april de Belgische en Franse interventie steunde om de westerlingen te ontzetten." "De waarheid is dat er een scenario bestond voor een Belgische deelname buiten de VN-overkoepeling. Omwille van budgettaire omstandigheden is men daar niet op ingegaan. Het is dus niet verwonderlijk dat heden de VN operaties uitvoert, waarbij een derde land onder eigen mandaat participeert." Werner De Poorter, 6 april 2013. * Gérard PRUNIER: Frans academicus en historicus, gespecialiseerd in de studie rond de gebieden van de Hoorn van Afrika en de zuidelijker gelegen regio's van de Grote Meren. O.a. auteur van 'The Rwanda Crisis: History of a Genocide', 1995. |
AuthorEddy Hoedt Categories |