Zoals men kan lezen in mijn recentste boek «Het jaar van de Draak. Congo 1964» (pag. 23-24), was het verre van vanzelfsprekend dat Tshombe in juli 1964 aan het hoofd zou komen te staan van de Congolese regering. De tegenstand kwam er niet enkel vanuit bepaalde Congolese kringen, maar vooral ook vanuit de hoek van Amerika, die de «Belgisch figuur met het Secessionistische verleden» liever kwijt dan rijk was. Vooral hun «Communistische paranoïde» zal hen echter bakzeil doen halen.
Op pagina 259-260 van het «Memorandum [182] Joint Strategic Survey Council to Joint Chiefs of Staff» (Washington National Records Center, RG 218, JCS Files, 9111, 25 juni 64, Secret) staat in hun pas gepubliceerd rapport 2013 volgende passage, die een interessant licht werpt op deze fase van de Congo Crisis.
182. Memorandum From the Joint Strategic Survey Council to the Joint Chiefs of Staff.
JCS 2262/145 Washington, June 25, 1964.
THE SITUATION IN THE CONGO (U)
1. De situatie in Congo verslechtert zienderogen en zowel de publieke berichtgeving, als de inlichtingenrapporten, melden «dat de centrale [Congolese] regering weinig of geen vat meer heeft op het verloop van de gebeurtenissen.» De VN-troepen, met uitzondering van enkele Nigeriaanse eenheden, hebben het land verlaten. Het Congolese leger is een waardeloos instrument.
2. Er zijn verschillende tekenen die erop wijzen dat de communisten gebruik maken van de groeiende chaos. Het C.N.L. kreeg financiële steun en instructies van zowel de Sovjets, als van de Chinezen. Er bevinden zich Chinese en Tsjechische agenten langs het oostelijke deel van de grens van Burundi. Mulele, de leider van de opstand in Kwilu, kreeg een Communistische training in China.
3. Er worden, ter ondersteuning van de huidige Congolese regering, bepaalde stappen ondernomen om de bilaterale overeenkomsten te bevorderen die troepenversterkingen uit andere [Afrikaanse] landen moet opleveren. Het is nu nog niet duidelijk of deze inspanningen vruchten zullen opleveren.
4. Het consequente US-beleid streeft ernaar om een Congolese regering van «gematigde coalitie» te steunen en moet proberen meer controle te verkrijgen door een verhoogde militaire inspanning, gesteund door de UNO. In de loop van de voorbije vier jaren is er nog geen enkele Congolese regering, zelfs deze van premier Adoula of één van zijn voorgangers, erin geslaagd om succesvol de orde in Congo te herstellen.
5. De situatie is nu zo ongunstig dat de [Amerikaanse] Raad voorstelt om het basisprincipe van het Amerikaanse beleid te herzien. De Raad stelt verder voor, dat sinds «het concept van gematigde coalitie» is mislukt, de tijd rijp is voor een «sterke leider» die de communisten de pas kan afsnijden. De enige man die aan dit criterium voldoet is Tshombe en als we de realiteit onder ogen willen zien «dat de gematigde coalitie is mislukt», betekent dit dat we, als we de politieke situatie willen verbeteren, weinig andere keus hebben dan om Tshombe te steunen. Alleen als de politieke situatie terug stabiel is geworden is er enige hoop dat men met militaire inzet (binnenlandse of andere) resultaat kan boeken met het herstellen van de orde onder een regering die zowel neutraal- als prowesters is, in plaats van Communistisch gezind.
6. Het ware misschien te simpel voorgesteld om te beweren «dat Tshombe een schepping van de Union Minière en van de Belgen is», maar men kan met redelijke zekerheid zeggen «dat hij aan onze kant staat», als we maar bereid zijn om hem te helpen. Hij is zeker een sterke leider in Katanga; hij moet enkele getrouwen onder de andere Congolezen met zich meekrijgen om zijn eigen gendarmen in toom te houden. De kans is reëel dat hij eerst de orde en rust in Katanga kan herstellen en daarna vertrekkende vanuit die basis, eventueel de controle over de rest van het land krijgt. Tshombe zou zelfs net zo goed kunnen gesteund worden als lid of/als plaatsvervanger in de huidige regering.
7. Er spreken veel factoren in het nadeel van Tshombe voor wat zijn terugkeer [in de Congolese politiek] betreft, die niet in het minst gedragen worden door de weerzin vanuit het State Department «om een man te steunen die nauw verbonden was met het vroegere Belgische kolonialisme.» Als we echter niets doen zullen we vlug het uiteenspatten van de Congolese Republiek zien, die daarna vrij vlug «als een door communisten gecontroleerde entiteit zal opstaan.» Als we dit willen voorkomen zijn er radicale veranderingen nodig. Deze zullen er niet in ons voordeel komen met de hulp van de Organization of African Unity (O.A.U.) De oplossing hiervoor moet uit een andere hoek komen.
8. a) De beste oplossing bestaat erin, dat president Kasavubu, Tshombe als premier aanstelt. Als dit zou gebeuren, kan de U.S. openlijk belangrijke politieke steun aan Tshombe geven «als deel uitmakende van de legale [Congolese] regering.» b) Als er geen oplossing uit de bus komt, dan kunnen we heimelijk Tshombe steunen [gevolgd door 2,5 tekstlijnen die niet zijn vrijgegeven.] c) De slaagkansen met Tshombe [als premier], op deze, of op andere manier, schijnen groter dan deze onder de huidige lopende toestand.
9. Het is daarom aangewezen dat Joint Chiefs of Staff (JCS) hun bezorgdheid uitdrukt over de huidige gang van zaken in Congo. Dit zowel in de Secretary of Defense, als op de eerstvolgende «State-JCS»-vergadering en dat ze in deze gesprekken de reden onderzoekt: a) van het kennelijk mislukken van de huidige US-politiek van «regering-gematigd-coalitie-type»; b) de vooruitzichten op succes indien Tshombe als leider van een sterke centrale regering wordt aangesteld, of indien heimelijk gesteund, opdat hij de huidige regering zou vervangen en c) de mogelijke problemen indien de Belgen steun verlenen.
10. Verder is het aangeraden om: a) dit document NIET over te maken aan de bevelhebbers met gemeenschappelijke- of specifieke opdrachten; b) dit document NIET over te maken aan US-officieren, belast met NATO-activiteiten; c) dit document NIET over te maken aan de voorzitter van de US-afvaardiging Militaire Staf bij de Verenigde Naties (1).
(1)Attached is a July
8 note signed by Assistant Secretary E.A. Davidson stating that the Joint
Chiefs of Staff considered JCS 2262/145 on July 8 and agreed to ‘‘Note’’ it.
Uit deze memoranda valt zeer duidelijk de initiële Amerikaanse tegenstand op ten opzichte van de aanstelling van Tshombe als vervanger van Adoula en als nieuwe premier in de Centrale Congolese Regering. Een jaar na aanvang van zijn ballingschap in Spanje steunen zowel België, als Amerika, zijn terugkeer op het Congolese voorplan.
Op 1 juli wordt hij aangesteld als informateur en vier dagen later is zijn overgangsregering, die de verkiezingen in 1965 moet mogelijk maken, een feit.
Op 6 juli 1964 wordt Tshombe officieel premier van de Democratische Republiek Congo.