1e sergeant-majoor gilbert deschamps. een relaas...
Op vraag van zijn zoon, Dirk, schreef Gilbert Deschamps “als bezigheidstherapie”, toen hij als 85-jarige weduwnaar alleen was achtergebleven in het echtelijke huis na het overlijden van zijn echtgenote, zijn levensverhaal neer. Gilbert Deschamps, gewezen commando-instructeur in Marche Les Dames, stierf in 2015 op 89-jarige leeftijd. Ik geraakte geïntrigeerd door zijn verhaal, waaruit veel warmte spreekt – warmte voor zijn vrouwtje Madeleine, warmte ook vooral voor zijn periode als Commando-instructeur, verbonden aan – wat hij zelf noemt “instructeur Rocher”. Hij maakte deel uit van één van de eerste naoorlogse Belgische Commando-eenheden van 1946. Hij verliet in 1956 met pijn in het hart de Groene Mutsen omwille van de handicap van zijn zoon Noël (omdat deze daar (Wartet) geen betere verzorging kon krijgen) en muteerde naar het 6e Linie Bataljon in Antwerpen. Gedurende de jaren zestig volgt hij de cursus OOF-Administratie. Hij wordt eerst gemuteerd naar Westakker (Haasdonk), vervolgens naar het Militair Hospitaal in Antwerpen op de Dienst Administratie. Daar kan hij blijkbaar moeilijk aarden, want hij vraagt er zijn mutatie aan naar de Rijkswacht (Korte Vlierstraat, Antwerpen), waar hij tot aan zijn pensioen in 1982 als “chef de bureau” bij de Dienst Mobilisatie blijft. Hij sluit deze periode af met volgende bewoordingen, ik citeer: « Na 38 jaar actieve dienst ben ik op rust, maar het leven is nog niet gedaan. God beware mij. » Zijn zoon Dirk schrijft mij verder het volgende: « …Maar in een deel van die 38 jaar kon ik steeds vaststellen dat de rode draad steeds Marche Les Dames en zijn Groene Muts was! » En verder: « Nu gaat de doos [foto’s en documenten]van de mooiste jaren van mijn vader dicht; ik ga ze koesteren tot mijn dood en hopen dat ooit één van de kleinkinderen eens de vraag zal stellen : wie was overgrootvader Deschamps Gilbert en moemoe De Bruyne Magdalena, zijn vrouwke? »
Korte historiek van de eerste Belgische naoorlogse Commando eenheden. Bron: De Para-Commando eenheden van de Lichte Brigade, 3de editie 2012, Lt. Kol. E. Genot
Op 15 september 1945 neemt het Regiment Commando (Britse organisatie) zijn intrek in Marche Les Dames.
Op 16 februari 1946 gaat het eerste commandokamp voor dienstplichtigen van start. Het Regiment Commando omvat op dat moment vijf “Troepen” (“TROOPS”) en één “Troep Zware Wapens”.
Op 20 oktober 1947 wordt in Marche Les Dames het Trainingscentrum Commando officieel voor geopend verklaart.
Op 25 oktober 1947 gaat de eerste “Commando B brevet” opleiding van start in Marche Les Dames (Dagorder Regt Cdo NR 317 van 15 oktober 1947 – zie DOC 3). In tegenstelling tot het “Para B brevet”, waaraan een groot deel van het kader Commando’s aan deelneemt, kan dit “B-brevet Commando” op weinig waardering rekenen bij het kader van de Parachutisten, die zelfs op dit “B-brevet Commando” neerkijken (pag. 98 , Bérets rouges, Bérets verts… , 1986, Lt. Kol. E. Genot).
1949. Aanpassing inplanting eenheden: de basisopleiding blijft in Namen, het Commando Kamp in Marche Les Dames. Daarna wordt het gros van de eenheid in Seilles ingekwartierd. Op 1 februari 1949 gaat men over tot het vormen van een Luchtlandingsbrigade, bestaande uit twee regimenten. Na enkele maanden wordt deze eenheid opgedoekt.
25 juni 1950. Aanvang Oorlog in Korea.
2 oktober 1950. Oprichting van het “Vrijwilligerskorps voor Korea”. De nieuwe eenheid wordt getraind door instructeurs van het Regiment Commando in Marche Les Dames en in Kaulille. Ook verschillende Rode en Groene Mutsen trekken naar de 36e Breedtegraad.
3 januari 1951. De twee Regimenten SAS en Commando nemen de Amerikaanse organisatie over; vanaf 1 april dragen ze de naam: 1e Bataljon Parachutisten (1 Para) en 2e Bataljon Commando (2 Cdo). Bij het 2 Cdo installeert de 3e Compagnie zich in Wartet, de 1ste en de 2e Compagnie nemen hun intrek in Seilles. Vanaf 1951 smelten het 1 Para, het 2 Cdo, Het CE Para en het CE Cdo samen en vormen het Regiment Para-Commando. Aan het hoofd van dit Regiment staat luitenant-kolonel Georges Danloy. Deze laat zich omkaderen door zowel Para- als Commando officieren. Teneinde de basisopleiding te uniformiseren richt men op de Citadel van Namen een opleidingscentrum Para-Commando voor dienstplichtigen en een Schoolcompagnie voor het kader op. Aan het hoofd van dit opleidingscentrum in Namen staat kapitein O. Janssens.
15 april 1953. Een verkenningsdetachement bestaande uit twaalf officieren en onderofficieren en tweeëndertig para’s en commando’s verlaat met de TNA-Kamina de haven van Zeebrugge met bestemming Belgisch Congo.
Op 9 november 1953 volgt het 1e Detachement met aan het hoofd kapitein P. Lemercier – samengesteld uit een compagnie van het 1 Para, een compagnie van het 2 Commando en een peloton Recce. In totaal zullen 24 Detachementen een deel van hun diensttijd (normaal 6 maand, maar ook langer) in Afrika doorbrengen.
De opdrachten die het Regiment Para-Commando in onze kolonie krijgt toegeschoven worden belangrijker; de onderlinge verschillen tussen Rode en Groene Mutsen worden dan ook snel afgevlakt. Ook hun specifieke opdrachten verdwijnen, met als gevolg dat de typische SAS- en Commando opdrachten op de achtergrond belanden. Men ondervindt ook dat de detachementen die in Congo worden ingezet – door de enorme uitgestrektheid van onze kolonie – allemaal parachuteer moeten zijn.
In 1954 beslist men dan, dat alle Rode en Groene Mutsen dezelfde para- en commando opleiding dienen te doorlopen.
Dit beknopt overzicht hierboven moet de lezer in staat stellen het hieronder gepubliceerde relaas van sergeant-majoor Gilbert Deschamps beter te begrijpen en te plaatsen in de tijd.
1 Sgt-Majoor b.d. Gilbert Deschamps (° 1926, † april 2015), hier in de winter van zijn leven nog altijd fier poserend met zijn Groene Baret (archief Dirk Deschamps)
1944 OCTOBER. Ik was nog geen volle 18 jaar. Ik kreeg geld voor de autobus om mij te gaan melden als oorlogsvrijwilliger te BRUGGE. Maar daar ik nog te jong was werd ik maar eerst op 25 MAART 1945 opgeroepen bij een Versterkings Bataljon (BRI-2Cic) in AUDERGEM (BRUSSEL).
1945. Na de elementaire opleiding werd ik afgedeeld bij een Genie afdeling in bevoorrading van materiaal te MECHELEN en TURNHOUT. In sep. 45 op het einde van de oorlog moest ik bijtekenen als beroepsvrijwilliger of wel naar huis. Ik vroeg advies aan mijn tante en ik kreeg als antwoord: “Blijf maar waar je bent”. Dan maar getekend als beroeps en zo werd ik aangeduid voor de GENIE te Brasschaat [‘Poligon’ schrijft Gilbert, bedoeld wordt ‘Polygoon Brasschaat’] Daar kreeg ik opleiding in wegenbouw, maar voor verdere opleiding moest ik naar de Ponteniers Kazerne in BURCHT [Ponteniers maakten deel uit van de Genie en waren gespecialiseerd in bruggenbouw]. Maar zoals het lot wilde maakte ik daar kennis met mijn toekomstige (Madeleintje DE BRUYN) die later en nu nog mijn vrouwtje zou worden.
1946. Begin dit jaar terug naar BRASSCHAAT en aangesteld als korporaal zonder vergoeding, daar werd ik aangemaand door kameraden om mij met hun samen te melden als kandidaat voor de Commando’s; dat waren Elite Troepen met groene mutsen; maar met veel tegenadvies van mijn commandant trokken wij op met +/- 8 man naar Marche Les Dames als Kandidaat-Commando. Na drie dagen van zweten en testen waren we nog met twee over die geslaagd waren, waaronder ik en Raymond BUYSSCHAERT uit LIER. Later is hij mijn beste vriend geworden, maar is spijtig overleden in opdracht in CONGO rond 1950. Samen hebben wij de Groene MUTS behaald in het Commando Kamp van mei 1946 en daar werd ik officieel korporaal benoemd op 01/05/46 en ingedeeld in de 4e Troep [In de eerste naoorlogse jaren waren zowel de Rode, als de Groene Mutsen nog onder Brits organigram en sprak men bijvoorbeeld van 4e Troop. Pas vanaf 3 januari 1951 ging men over tot de huidige organisatie en sprak men van Compagnie] die juist op oefening vertrokken naar de Ardennen in de streek van Bouillon. Uitgeput kom ik terug maar moest nog een examen afleggen te BRUSSEL voor het actief kader van het leger, maar dat was te veel; uitgeput hebben ze me afgevoerd naar het hospitaal in Brussel. Na herstel en op 6/12/46 sergeant benoemd en terug naar de 4e Troep te NAMEN (Citadel).
Kamp Commando, Marche Les Dames. Links toenmalig sergeant Gilbert Deschamps van de “Wing Rotsen”. Links voor hem herkennen we Lt. Kol. Georges Danloy, vanaf november 1951 commandant van het pas opgerichte Regiment Para-Commando, naast hem veldmaarschalk Montgomery (“Monty”) en rechts kapitein Roman, commandant van het CE Cdo. Foto niet gedateerd, maar moet begin de jaren 50 genomen zijn. (archief Dirk Deschamps)
DOC 3. Dagorder Nr. 317, dd. 15-10-1947 (archief Dirk Deschamps)
Einde 1946. Weer naar school voor 6 maanden in de ESO [Opleiding Onderofficier] voor Beroeps O/Off te LEOPOLDSBURG. Na geslaagd zijnde als 4e op 120 leerlingen en in maart terug naar de 4e Troep te NAMEN. Daar werd ik opgemerkt door toen kapitein ROMAN die later generaal geworden is en die mij aanduidde om mee te gaan naar MARCHE LES DAMES [zie DOC 3] voor de oprichting van het KAMP COMMANDO CE Cdo [Centre d’Entrainement Commando], het Centrum voor de opleiding van Commando en vreemde eenheden. [Het Trainingscentrum Commando wordt officieel geopend op 20 oktober 1947] Eerst als instructeur “DO OR DIE” , maar na twee Commando Kampen aangeduid als instructeur ROCHER (Rotsklimmen). Waarbij ik als een zeer gewaarde instructeur ROCHER bekendheid verwierf bij alle Commando’s en leden van de Alpinisten Club van België. Dit door het openen van verschillende klimsporen met o.a. LA BANANE en het massief “DESCHAMPS” met verschillende klimsporen. Dit alles samen met Lt. CROMBE, Sgt HEYLEN en Sgt JOCKMANS.
Een historische foto: drie monumenten naast elkaar. Links luitenant-kolonel Danloy, naast hem Veldmaarschalk Montgomery, rechts kapitein Roman, commandant van het CE Commando (archief Dirk Deschamps)
1949. In een stille periode nog rap het BREVET A Para gaan behalen bij de Para’s te Schaffen. [hier vergist 1Sgt.Majoor G. Deschamps zich waarschijnlijk in zijn relaas. Het betreft hier het B-brevet Para behaalt op datum 3 juni 1949. Zijn A-brevet Para behaalt hij pas op 9 mei 1956. Zie DOC 1 en 2] Daarna met een delegatie van 3 O/Off en 2 Off de klimcursus volgen bij de ROYAL MARINE COMMANDO’s in St. YVES (PLYMOUTH, GB); heen met car ferry (boot) en terug met het vliegtuig.
Einde 1949. Terug naar school voor een examen in AARLEN tot toetreding tot het ACTIEF KADER. Geslaagd en terug naar Marche Les Dames.
DOC 1 en DOC 2. Links het zogenaamde B-brevet Para (bestemt voor militairen die niet behoorden tot de Belgische SAS Parachutisten. 1 Sgt.Maj.b.d. Deschamps behoorde tot de Commando’s die toen nog een aparte eenheid vormden. Pas in 1954 wordt beslist dat alle Rode en Groene Mutsen dezelfde Para- en Commando-opleiding dienen te krijgen (archief Deschamps Dirk)
Gilbert Deschamps, toen nog sergeant instructeur bij de « Wing Rotsen », demonstreert de techniek « Rappel » aan de jonge koning Boudewijn. Naast de koning links, herkennen we luitenant Crombé, zelf een gerenommeerd klimmer. Foto niet gedateerd, vermoedelijk begin de jaren ’50 (Archief Dirk Deschamps).
1950. Van uit het KASTEEL d’ARENBERGH [kasteel gelegen in het CE Cdo en onderkomen van de officieren] was ik rijp om een gezond huwelijk aan te gaan met Madeleintje DE BRUYNE uit BURCHT op 05/08/50 aan de oevers van de Schelde (sic).
1951. Op 26/06/51 1 Sgt benoemd. Veel te gelukkig en wensten er een kindje. Ja, een jongen, die kwam op 31/10/51 met name Noël, maar na 8 dagen begon de ellende. Noël kreeg een hersenbloeding met daarbij verkeerde behandeling dat wij veel later te weten zijn gekomen. Gevolg: doofstom. En 1 Sgt Gilbert Deschamps schrijft op een ontroerende manier: Voor het leven… maar nu een waardige fiere zoon , als zelfstandige “Polisseur” van juwelen [diamantslijper].
1952. Uit noodzaak gaan wonen in Marche Les Dames (WARTET) Rue Haie du Loup (Wolvenhaag) Nr.4. Dit is een zeer gevoelig hoofdstuk geweest. “Zeer arm” maar zeer gelukkig in onze armoede.
1954. Mei. Afgedeeld bij het 2e Detachement Commando naar Congo [onder commandant A.Poot-Baudier. De dienstplichtigen waren in februari 1953 ingelijfd. Het Detachement (1 Sgt Deschamps maakt deel uit van het vast kader) verlaat Antwerpen op 3 mei 1954 en verblijft in Congo van mei tot oktober 1954]. Voor 6 maanden (Humanitaire zending). Heen en terug (26/10/54) met de Boot TNA KAMINA. Frans DE BRUYNE, vader van Madeleintje is bij haar komen wonen gedurende mijn zending.
De TNA KAMINA verlaat de haven van Antwerpen met bestemming Belgisch Congo (archief Dirk Deschamps)