Vanaf
1 januari 1975 werd de duur van de militaire verplichtingen aangepast. Deze beslissing werd op dinsdag 23 juli 1974 door minister
van Defensie Vanden Boeynants en minister van Binnenlandse Zaken Michel aan de
pers toegelicht. Deze nieuwe dienstplichtregeling bracht veranderingen aan in
de «duur van de militaire verplichtingen» van de milicien. Waarover ging het?
Voordien
bleef de milicien die zijn dienstplicht had vervuld (die dus met «onbepaald
verlof naar huis werd gestuurd» voor een periode van veertien jaar aan de militaire verplichtingen onderworpen. Dit
betekent dat hij gedurende die periode voor (een) mogelijke wederoproeping(en) in
aanmerking kwam.
Door
deze nieuwe dienstplichtregeling zullen dergelijke verplichtingen tot zeven jaar na het einde van de dienstplicht
teruggebracht worden. Dit betekent dat een milicien die bijvoorbeeld op 1 maart
1975 in dienst trad, op 31 december 1983 van zijn militaire verplichtingen ontheven werd. Door deze regeling zal dan ook voor de overgrote meerderheid
van de miliciens de periode van mogelijke wederoproeping met vijftig percent
verminderen. Dergelijke aanpassingen kaderden in de geleidelijke overgang naar
een beroepsleger.
Vanaf
dat jaar (1975) zal de Belgische Krijgsmacht ook meer en meer overgaan tot
aanwerving van «Beroepsvrijwilligers Korte Termijn», de zogenaamde BVKT’s dus (dergelijk systeem was al vanaf de eerste
jaren na de terugkeer van het Regiment Para-Commando uit Afrika [vanaf de
lichting ‘63] in voege in de paracommandobataljons). Deze algemene reorganisatie zorgde ervoor dat de miliciens van de lichting 1974 en die in de Duitse Bondsrepubliek waren gekazerneerd na tien maanden gedemobiliseerd worden.
Met de veralgemening van
dit systeem wilde men tegen 1978 de diensttijd terugbrengen tot zes
maanden. Alles hing af van het verloop van de rekrutering van BVKT’s. Zoals
men weet werd in 1994 de dienstplicht in België onder minister Leo Delcroix uiteindelijk opgeschort en werden er geen
dienstplichtigen meer opgeroepen (let wel op: opschorting van de dienstplicht betekent niet afschaffing van de dienstplicht). Op 5 februari 1995 zwaaiden de
laatste dienstplichtigen af.
Anno
1974 is ook de periode, dat men overging tot rekrutering van vrouwelijke
vrijwilligers. Voordien was het slechts gedurende een algemene mobilisatie
mogelijk om vrouwelijke militairen in te lijven. De wet van 17 juli 1974 liet (en laat) nu ook hun rekrutering in vredestijd toe
en gaat zelfs verder: waar ze voordien slechts in niet-operationele eenheden konden dienen, is het nu voor hen
mogelijk om in strijdende functies te
functioneren. Men ging er van uit dat tegen 1978 de aanwerving van ongeveer 5.000
vrouwelijke vrijwilligers zou noteren.
Ook het Regiment Para-Commando rekruteerde in die
jaren vrouwelijke paracommando’s. Dit systeem bleek voor die eenheid niet echt
een succes te zijn (ondanks het feit dat er wel degelijk een lichting vrouwelijke
paracommando’s actief waren in het Regiment. Deze vrouwelijke elitesoldaten belanden - uitzonderingen niet te na gesproken - in niet strijdende
functies). Momenteel kunnen er zich nog steeds zowel vrouwen als mannen kandidaat
stellen als paracommando, maar heden ten dage treft men in hun rangen geen vrouwelijke gebrevetteerden meer aan, ondanks de nieuwe campagne van het leger in 2009.
VROUWELIJKE BEROEPSVRIJWILLIGERS: ENKELE CIJFERS: In 2004 - dertig jaar na data wat de aanwerving van "vrouwelijke militairen alle functies" in het Belgisch leger betreft - telde men in ons land 3.393 vrouwelijke militairen (op een totaal van 41.076 manschappen). De vrouwelijke vrijwilligers waren (en zijn) nog steeds het best vertegenwoordigd in de Medische Dienst (20,43%). In absolute aantallen was hun aantal, anno 2004, het hoogst bij de Landcomponent. Vergeleken met de percentages vrouwelijke militairen in andere NATO-landen deed België het verre van slecht: ons land had kon dat moment bewezen dat het één van de meest "vervrouwelijkte legers" had. Vandaag werken er 3.242 dames bij Defensie, of acht procent van het personeelsbestand. Van de 4.150 militairen die in 2011 deelnamen aan buitenlandse opdrachten, waren er 199 vrouwen.
Het Laatste Nieuws, editie 21/12/2012 komt met een primeur op de proppen en bericht over een eerste vrouwelijke commandant in een Belgische medische eenheid. Ik citeer: Majoor Brigitte Van den Broeck is de eerste vrouwelijke korpscommandant bij de medische Component. Tijdens een officiële plechtigheid gisteren (20 dec 2012) kreeg ze het bevel over het Eerste Element voor Medische Interventie (1 EMI) in Lombardsijde. Dat meldt het ministerie van Defensie op haar webside. In totaal zal ze leiding geven aan 223 militairen, verspreid over kazernes in Lombardsijde, Zeebrugge, Koksijde, Poelkapelle en Doornik. Majoor Brigitte Van den Broeck werkte al in Lüdenscheid en Spich (D), het militaire ziekenhuis in Neder-over-Heembeek en in Evere op het Stafdepartement Operaties en Training en de staf van de Medische Component. Ze nam ook deel aan opdrachten in Bosnië-Herzegovina en Libanon.