Paracommando's van het 15de Detachement paseren een inlands dorp tijdens hun 'Safari'.
Op donderdag 4 mei werden we gedropt enkele kilometers buiten MATANA om 2 dagen in de 'vrije natuur te vertoeven'. Onmiddellijk werd er een patrouille uitgestuurd, die met succes enkele broden, aardappelen en vijf verroeste dozen 'pilschards' in de omgeving kon buitmaken. Vlug werd dan het azimut berekend, terwijl een negerin een gekkendans uitvoerde, dit tot groot jolijt van de manschappen.
Toen gingen we op stap naar Colline SONGA, ons eerste eindpunt. Rond 11:30 uur hadden we reeds een viertal kilometers afgelegd en we besloten ons middagmaal te nemen: brood met boterhammen (!). Er werd daarom echter niet getreurd, want intussen kon een patrouille twee kippen bemachtigen. Al over berg en dal, met onze kleine 'bergham' op de rug, bereikten we om 16:30 uur de top van de Colline SONGA.
Daar het echter nog veel te vroeg was om ons bivak op te slaan trokken we verder op een nieuw azimut en de dag werd beëindigd met de beklimming van de Colline RUMEZA, die zwaar te 'verteren' viel na een dergelijke zware dagmars. We bivakkeerden iets voorbij de missiepost en onmiddellijk werd er een vuur aangestoken om onze kippen te braden.
Een zware stortbui trad echter op als spelbreker en doofde in geen tijd ons vuur; ons kippencomplex was meteen verdwenen! We vonden beschutting onder een klein afdak, waar we dan ook met het hele peloton de nacht hebben doorgebracht. Ons avondmaal bestond dan maar uit...boterhammen...met pilschards en om 19:00 uur lag iedereen op zijn tentzeil te rusten.
Om 6:15 uur 's morgens werden we gewekt door de wachtpost en een stevige boterham met confituur gaf ons de nodige krachten om de rest van onze tocht aan te vatten.
Langs kronkelende 'negerpaden' vorderden we in de vroege morgen vlug en onderweg konden we nog...twee vette kippen aan de haak slaan, terwijl een paar man van het peloton een handvol bonen wist te bemachtigen.
Op ongeveer 3 kilometer van ons eindpunt moesten we de moerassige MUNUQURE oversteken, wat ons een nat pak bezorgde met de daarbij horende muffe geur.
Nu stond ons alleen nog de hoge Colline KUKUYE te overschrijden, hetgeen echter tamelijk vlot gebeurde, want vanop de top zagen we ons eindpunt: de brug over de DJIDJI. In ware speedmars werden dan de laatste 2 kilometers afgelegd en op 12 uur juist hadden we ons doel bereikt, na op twee dagen ongeveer 25 kilometer gemarcheerd te hebben.
Vlug een bad genomen (ik veronderstel dat dit in de rivier gebeurde) en de laatste twee kiekens gepluimd, waarvan er één tijdens zijn 'marteltocht' een ei legde in de bergham van één van onze wapenmakkers. Het hele peloton zette zich aan het werk om onze 'koningsdis' te bereiden: aardappelen, bonen en vier kiekens aan het spit.
De 'honger naar al dat heerlijks' staat op de gezichten te lezen.
Er werd natuurlijk duchtig gesmuld en na de maaltijd werd een patrouille uitgestuurd om gezegende drank te gaan zoeken en die kwam na een half uur met een hele kist PRIMUS opdagen.
Voor de rest van de namiddag hielden we een welverdiende siësta en om 17:00 uur werden we uiteindelijk opgepikt door een camion; die onder luid gezang van het hele peloton ons terug naar BURURI bracht.
Niettegenstaande de talrijke hindernissen en inspanningen, die echter praktisch ongemerkt passeerden doordat we ten volle genoten van het natuurschoon, kwam iedereen in het kamp terug aan en met groot verlangen keken we reeds uit naar de volgende Safari.
Tot daar het relaas van adjudant Baert, die in een 'plastische beeldentaal' deze Safari becommentarieert.