Eddy's History Corner
  • WELKOM
    • MIJN BLOG
  • BOEKENNIEUWS
    • L'ANNÉE DU DRAGON. CONGO 1964 >
      • Préface de Patrick NOTHOMB
      • BEDANKING / REMERCIEMENT
    • HET JAAR VAN DE DRAAK. CONGO 1964
    • WINGS, DAGGERS EN KRONIEKEN
    • DE FORCE AERIENNE TACTIQUE CONGOLAISE 1964-1967
    • SAS-BOEK
  • REGIMENT PARA-COMMANDO
    • SPROKKELINGEN... >
      • De 1ste Luchtlandingstroepen
      • Arhem 1944
      • Bastogne 1944
      • De "Gazette van Diest" , 1924 .
      • 18de Detachement >
        • Artikel 1 : «PADDESTOELEN».
        • Artikel 2 : OP SAFARI.
        • Artikel 3 : DE MORTIEREN OP SAFARI.
    • In Memoriam Lt.Kol. A. Anne de Molina
    • De Cammando dagger
    • Commando instructeur G. DESCHAMPS
    • De Afrika-periode.
    • Operatie "ALASKA" - Kasongo 1960
    • CONGO 1960: "De zaak Lokandu".
    • Het 4de Bn Commando
    • 3 PARA : Organigram '60er jaren
    • De jaren 60: het Regiment als 'Snelle Interventiemacht'.
    • Nieuwe dienstplichtregeling anno 1975.
    • Ongeval kolonel Charles Laurent.
    • Is er nog toekomst voor onze paco's?
  • AFRIKA
    • CONGO >
      • Congo van Leopold II tot Dipenda
      • Militaire bases in Afrika: achtergronden.
      • De Basis van Kamina (BAKA).
      • De Basis van Kitona (BAKI).
      • DIPENDA EN GEVOLGEN >
        • Onlusten in juli 1960.
        • Het College der Commissarissen.
        • Het "Front Commun".
        • Repercusies Katangese Secessie op de belgo-congolese relaties.
        • Anti-Lumumba frontvorming
        • Het einde van Lumumba.
        • Het Eskadron der Gidsen in de Katangese Secessie.
      • CONGO CRISIS 1960-1963
    • CONGO 1964. >
      • De Kwilu-revolutie.
      • De terugkeer van Tshombe op het Congolese politieke platform.
      • Tshombe : Amerikaanse obstructie.
      • Voorbereidende OPS Stan & Paulis 64
      • CONGO 1964:"De Draakoperaties".
      • PICTURES CAUSERIE :"STAN & PAULIS" - OOSTENDE
      • D.R.Congo, december 1964
      • CONGO 1964 IN DE PERS : 50 jaar later...
      • Alfons De Waegeneer
      • GETUIGENISSEN >
        • Rode Draak: getuigenis kapitein-cdt Hughes le Grelle
        • Stan & Paulis: het relaas van een officier.
        • Getuigenis J. Cuylaerts
        • Getuigenis R. BEKKERS, 2 Cdo
        • Getuigenis M. Timmermans-Zoll
  • DIVERSEN
    • JEAN KESTERGAT
    • SOMA

L'Année du Dragon. Congo 1964

FotoLinks Olivier de Patoul, naast hem Baudouin Peeters. A gauche, Olivier de Patoul (Ed. Renaissance du Livre), à droite Baudouin Peeters (traducteur)
Door het overlijden van uitgever Charles Blanchart, Editions Masoin / Brussel op 30 september 2014, zijn bij de publicatie van de Franse versie bepaalde belangrijke stappen in de afwerking van het boek overgeslagen of niet meer kunnen uitgevoerd worden.
Onze allereerste betrachting na dit jammerlijk gebeuren bestond er namelijk in om een nieuwe uitgever te vinden die de laatste stappen tot publicatie wilde overnemen. Er restte ons nog een kleine twee maanden tijd hiervoor. Dank zij vooral de vertaler van het boek, dhr. Baudouin Peeters, werd relatief vlug een uitgeverij gevonden die de publicatie verder wilde afwerken: Olivier de Patoul, commercieel directeur van Editions "Renaissance du livre"  verklaarde zich bereid om de finalisatie van het boek, dat absoluut vóór de 50ste verjaring van de gebeurtenissen in Stanleystad en Paulis op 24 november 1964 moest verschijnen, op zich te nemen. Waarvoor uiteraard hierlangs nogmaals mijn oprechte dank.
Renaissance du livre stond erop om op de cover van het boek de naam Editions Masoin te behouden uit respect voor het geleverde werk van Charles Blanchart. De verspreiding van het boek zal gebeuren en gebeurt via het aan Uitgeverij RDL verbonden distributiebedrijf La Caravelle, die trouwens ook instaat voor de verdere verdeling van de Nederlandse versie.

Ontbreekt in het Franstalig boekdeel:
de bibliografie en de lijst van personen die me onder allerlei vorm bij mijn research hebben geholpen en bijgestaan. Zonder hen zou dit voor mij een onmogelijke taak geworden zijn. Langs deze weg wil ik me bij hen dan ook excuseren voor dit, buiten mijn wil om, hiaat in het boek.
Ik voel het dan ook niet meer dan mijn plicht om deze onder tijdsdruk ontstane hiaten via dit kanaal aan te vullen en te verspreiden, in de hoop hiermee ere te geven, aan wie ere toekomt.

A cause du décès de monsieur Charles Blanchart (30/9/2014) , quelques semaines avant la publication de la version Françaiseil y a dans le livre des pages manquantes. Je présentes mes excuses profonds aux lecteurs francophones pour cela. Ci dessous les hiatus.

                                                                                                                                                                                                               Eddy Hoedt, auteur.




Je tiens à remercier chaleureusement pour leur collaboration :

Le Baron Patrick Nothomb, consul de Stanleyville 1964, envoyé spécial du gouvernement Belge à Osaka, conseillé à Beijing et dans la délégation permanente belge de l’ONU, ambassadeur au Bangladesh, en Birmanie, Thaïlande, le Laos et au Japon. A partir de 2004 il est actif comme conseillé du gouverneur de la province du Luxembourg. Sa bienveillance d’avoir bien voulu écrire la préface de mon livre, est pour moi un très grand honneur ;
Le Comte (François) de Radiguès de Chennevières, membre du conseil d’administration de la «fondation de la Reine Paola», vétéran de Stanleyville 1964 ;
Le capitaine-commandant e.r, comte Hughes le Grelle – actif pendant les opérations entant que lieutenant du peloton MT du 1er Bataillon de Parachutistes – pour sa collaboration et son aide compétente. Je lui suis très reconnaissant pour les longues heures qu’il m’a réservé lors de la préparation de ce livre ;
Le Chevalier Jacques Brassinne de la Buissière, de m’avoir accordé l’autorisation d’utiliser les photos de ses archives. J. Brassinne était conseiller du premier ministre Tshombé de 1964 à 1965 et conseiller au ministère et du cabinet des affaires étrangères et de la coopération de 1960 à 1972 ;
La «fondation Jacques Brassinne», pour sa mise à ma disposition de leurs collections de photos ;
Le Lieutenant-Général e.r. Rik Depoorter, pour sa collaboration ;
Le Lieutenant-Colonel e.r. André Anne de Molina, major S3 pendant les opérations, pour sa collaboration et son aide compétente ;
Le Lieutenant-Colonel e.r. Emiel Genot, pour la mise à ma disposition des documents de ses archives ;
L’ Adjudant-chef e.r. Rik Wouters, despatcher au Centre d’entrainement Para et actif dans le «groupe Ledant» (Opérations Dragons) pour son témoignage et pour les photos de ses archives personnelles ;
L’Adjudant-chef e.r. Jempy Bonjean, membre du comité des Vétérans belges et de l’association «Compagnons de l’Ommegang», collaborateur du Service Historique de la Défense, qui m’a transmis la plus grande parties des photos disponibles dans ce livre et de ses documents unique ;
L’Adjudant-chef e.r. Gérard Moerman, ancien responsable de l’archive de l’A.N.P.C.V. qui m’a autorisé à faire des recherches dans les archives du Home des Parachutiste, Rue du Châtelain à Bruxelles ;
L’Adjudant-chef e.r. Jacques Eben, de l’Assistance militaire Belge au Congo, pour son témoignage ;
Les anciens para-commandos belge, anciens des «Opérations Dragons» : les caporaux  Luc Callens et Jef Cuylaerts, les soldats-para-commandos Walter Debloudts, Jozef Robben et Luc Janssens du 1er Bataillon de Parachutistes et Richard Bekkers du 2eme Bataillon Commando, pour leur témoignage et la mise à disposition de photos personnelles ;
Werner De Poorter, ancien para-commando 1er Para, pour sa mise à ma disposition de sa documentation ;
Jacques Saquet, peloton BERO (Ommegang), pour son témoignage ;
Jean-Pierre Sonck, pour sa mise à ma disposition de ses archives photos ;
Gust Verwerft, journaliste judiciaire et auteur, de m’avoir autorisé à utiliser ses témoignages d’ancien coloniaux, publiés dans l’hebdomadaire «De Post» ;
Frans Quinteyn, de la Banque du Congo Belge (1949-1960), un des rescapés de la rébellion, pour sa collaboration ;
Jean Carpentier, ancien planteur et colonial ;
Jean-Luc Ernst, documentation ;
Baudouin Peeters, traducteur de la version néerlandaise «Het jaar van de Draak. Congo 1964» (Editions Masoin, Bruxelles, paru en 2011). Le texte initial de la version Néerlandaise 2011, a été mis à jour et complété par l’auteur avec les nouveaux éléments.

                                                                                                                                                                                                                         Eddy Hoedt, auteur


BIBLIOGRAPHIE
Léonce NDIKUMANA (University of Massachusetts) & Kisangani EMIZER (Kansas State University) – The Economics of Civil War, 2004.
Paul COLLIER et Anke HOEFFLER – Greed and grievance in civil war, Oxford University Press, 2004.
Patrick NOTHOMB – Dans Stanleyville, 2011.
Colonel CLOSSET – Les Compagnons de l’Ommegang, 1995.
Colonel VANDEWALLE – L’Ommegang, 1970.
Zana Aziza ETAMBALA (Département Histoire, Université Catholique de Louvain) – Congo ’55-’65, 1999.
Jef VAN BILZEN – Kongo 1945-1965, Het einde van een kolonie, 1993.
Frans QUINTEYN – Mateka, le temps des ombres, 2004.
Major Thomas P. ODOM – Hostages Rescues in the Congo 1964-65, 1988.
Amicale des rescapés de la rébellion de 1964 – Liste des Européens assassinés par l’APL, dd. 1.07.2008.
Lieutenant-Colonel E. GENOT – Bérets Rouge, Bérets Verts…50.000 Para-Commandos, 1986. 
Lieutenant-Colonel E. GENOT – Padre Vander Goten… Priester in uniform, 2008.
Lieutenant-Colonel E. GENOT – Geschiedenis van de Para-Commando eenheden van hun oorsprong tot heden, 2002.
Gust VERWERFT – Getuigenissen, publié dans «De Post», 1985.
David REED  - 111 dagen in Stanleystad, 1967.
Jonathan J. COLE – The Congo question: Conflicting visions of independence, 2006 (Emporia State Research Studies).
William BLUM – Killing Hope, 2003.
Michael P. E. HOYT  – Captive in the Congo: A Consul’s Return to the Heart of Darkness, 2000.
Edward GRIFFIN – The Fearful Master, 1964.
Valeer VAN KERKHOVE en Fons ROBBERECHTS – Simba’s en Para’s in Stan, 1965.
JP SONCK – Congo 1960: Les opérations au Congo
Paul MASSON – La bataille pour Bukavu, 1965, C. Dessart édition. 
Daniel VANGROENWEGHE – Rood rubber, uitgeverij Van Halewijck, Deuxième édition refondu, 2010.
J. GERARD-LIBOIS en Jean VAN LIERDE – Congo 1964, C.R.I.S.P., Bruxelles et I.N.E.P., Léopoldville, 1965.
Benoît VERHAEGEN – A.B.A.K.O. 1950-1960, C.R.I.S.P., 1962.
A. de MAERE d’AERTRYCKE, A. SCHOROCHOFF, P. VERCAUTEREN et A. VLEURINCK – Le Congo au temps des belges. L’Histoire manipulée. Les contrevérités réfutées 1885-1960, Editions Masoin, 2011.


COMMUNIQUE DE PRESSE ET AUTRE SOURCES:
Louis DE LENTDEKKER – Het Nieuwsblad, 30 novembre 1964: "Opdracht in Paulis was zwaar werk" zeggen Vlaamse para's...
Het Nieuwsblad, 23-24 novembre 1974 : Als je schrik hebt schiet je op alles
Dirk VLASBLOM – NRC Handelsblad, 17 mai 1997: Lef en listen van een luipaard
J. Segers, Lieutenant-Général. – Para-Commando N° 104, janvier 2007: Het kamp van de SAS in Westmalle
Services de Presse RDC, december 1964: La rébellion au Congo
http://www.massviolence.org/Chronologie-de-la-Republique-democratique-du-Congo.


TEXTES INEDITS ET TEMOIGNAGES PERSONNELS:
Adjudant-chef e.r. R. Wouters – Van Heppen naar Congo.
Témoignage verbal ou écrit de: Comte (François) de Radiguès de Chennevières, Comte Hughes le Grelle, R. Bekkers, L. Callens, J. Cuylaerts, W. Debloudts, J. Robben, L. Janssens en J. Saquet.
Extraits des journaux de l’épouse d’un docteur belge à Paulis. Nom de l’auteur inconnu. Mis en disposition par Jean Carpentier.
Baudot, Devresse, Mazy, Roland, Schellens – Escadron de marche- 1er Guides, Katanga 1960.

La pluparts des textes inédits sont complètement incorporés dans le livre dans leurs version originale et ne sont pas actualisés où rectifiés.  


FOTO CREDITS:
Archives Comte Hughes le Grelle
Archives Chevalier Jacques Brassinne de la Buissière.
Fondation J. Brassinne.
Collection Jean-Pierre Sonck.
Centre de Documentation Historique de la Défense (C.D.H.D.)
Archives de l’Amicale Nationale Para-Commando Vereniging (A.N.P.C.V.)
Archives personnelle du Lieutenant-Colonel Emiel Genot.
Collection Jean-Luc Ernst.
Jef Cuylaerts – 1 Para.
Richard Bekkers – 2 Commando.
Jacques Saquet, Peloton BERO, Ommegang.
Luc Callens – 1 Para.
Luc Janssens – 1 Para.
Jozef Robben – 1 Para
Archives personnelle.


 ERRATUM 1

Foto pagina 28 toont geen FAL-M3 zoals vermeld in de legende, maar een FAL-M5. Hieronder de correcte foto van de FAL-M3.
Foto pagina 121: hier werd abuisgelijk een foto van een geweer FNC ingelast in plaats van een FAL-M3 (hieronder correcte foto).

Photo page 28 montre abusivement un FAL-M5 et pas un FAL-M3 comme indiquer dans la légende. Ici-dessous l' illustration correcte.
Photo page 121:   montre abusivement un fusil FNC et pas un FAL-M3.

La photo correcte du FAL-M3 m'est remis par le Lieutenant-Colonel Patrick DENAMUR, attaché au musée Royale de l'Armée (Bruxelles).
Foto
FAL-M3 (Photo: Musée Royal de l'Armée et d'Histoire Militaire via Lt.Col. P. Denamur)

ERRATUM 2

Dans la liste des victimes, Stanleyville 24/11/1964, page 239, le nom Mr. Sas Coenjaerts doit être corrigé par le nom Maurice Coenjaerts.
Mr. Herman C. Martien, ingénieur Civil des Mines A.I.Lv. a eu la gentillesse de me transmettre cette erreur par téléphone et lettre dd. 12-04-2016. Une erreur que j’ai transmis de ma part à monsieur Christian Duez, président de l’Amicale des Rescapés de la Rébellion de 1964, à fin qu’il pourra ajuster sa liste de victimes, me transmis en 2008.
Monsieur Martien était lui-même  une des victimes qui a survécu l’horreur des Simbas.

Il me précisait dans sa lettre : « Comme amis proche de Maurice [Coenjaerts], j’apprécierais si sa mémoire serait lier à l’histoire à une manière correcte. Avec reconnaissance pour tout ce que vous pourriez  éventuellement faire . »

La moindre chose de ma part que je peux faire est de tirer l’attention du lecteur sur cette erreur. Ce que je fais volontiers, naturellement.
Aux termes du proverbe qu'on trouve sur ma page d’accueil de mon site je termine : « Tempus omnia revelat »


Une autre remarque m'est transmis par Monsieur Fernand Lourtie, dans laquelle il me fais connaissance de deux noms d'expatriés, tombé sous la férocité des rebelles Simba à Bondo (voire lettre si dessous) 

Foto

Foto
L'auteur
PRINCIPALES PERSONNALITÉS ET LEURS PÉRIODES DE FONCTION

     PERSONNALITÉS CONGOLAISES
Adoula Cyrille : Né le 13 septembre 1921, a été, lors de sa création en octobre 1958, premier vice-président du Mouvement National Congolais, le M.N.C. de Lumumba. Sous le gouvernement Lumumba, il sera Premier ministre (2 août 1961) obtenant la confiance à la Chambre à l'unanimité moins une voix lumumbiste, et par acclamation au Sénat. Dès le 24 juin 1960, il qualifie le programme du gouvernement Lumumba de «bouteille sans contenu» et ajoute qu'il votera cependant la confiance « dans l'espoir que le gouvernement fera connaître un véritable programme dans les jours à venir ». Allié de Mobutu.

Gbenye Christophe : Né en 1927, il est Ministre de l'intérieur dans le gouvernement Lumumba (juin 1960) et également dans le gouvernement de Cyrille Adoula (août 1961). Après la disparition de Lumumba, avec le soutien de la Chine et de Cuba, il met sur pied un mouvement rebelle. Il est nommé en 1961, président du M.N.C. - Lumumba.
En février 1964, Soumialot et d'autres lumumbistes, le soutiennent dans ses actions. Dès mai 1964, ses troupes combattent victorieusement l'Armée Nationale Congolaise. Après les opérations «Dragon Rouge» et «Dragon Noir», il prend fuite avec les autres chefs rebelles et se réfugie à Dar es-Salaam, où il installe un gouvernement en exil. Avec le soutien de Cuba, il poursuit des opérations de guérilla au Congo. En 1965, des dissensions internes signent la fin de son organisation. Il vit en exil en Ouganda de 1966 à 1971. Il vit actuellement calmement, grâce à ses rapines, à Kinshasa.

Mobutu Joseph Désiré : Né le 14 octobre 1930 à Lisala et après un séjour à l'Exposition Universelle de Bruxelles de 1958, au titre de la presse congolaise, milite dans les rangs du M.N.C.- Lumumba et sera en juillet 1960, nommé par Lumumba, Chef d'Etat-Major de l'Armée, avec le grade de colonel. Plus tard, il prendra le commandement aux mains de Kasa-Vubu et s'autoproclame même Président en 1965 qu'il restera jusqu'en 1997.

Mulamba Leonard : Lieutenant-colonel à la tête de la garnison de l'A.N.C. À Stanleyville. Il était, ce qu'on a appelé « un excellent commandant en chef à la tête d'une armée congolaise incompétente ». Plus tard, ambassadeur en Inde et au Japon.

Mulele Pierre : Né en 1929, il a été ministre de l'Education nationale et des Arts dans le gouvernement Lumumba (juin 1960) et dans le gouvernement Gizenga à Stanleyville. Ce révolutionnaire congolais était allié de Lumumba. Il avait suivi des formations dans les camps d'entraînement dans les pays de l'Est et en Chine. Pendant la révolution simba de 1964, il était dans la province du Kwilu à la tête d'un groupe de pression d'inspiration maoïste. Après l'échec du soulèvement du Kwilu, il s'enfuit vers Congo-Brazzaville. En 1968, le Président Mobutu le piège en lui promettant l'amnistie s'il revient au Congo. Quelques jours après son retour, il sera arrêté, atrocement torturé et exécuté en public. Ses restes seront jetés dans le fleuve Congo.

Gizenga Antoine : Né en 1925, il faisait partie du commandement du Mouvement National Congolais de Lumumba. Premier vice-premier ministre dans le gouvernement Adoula d'août 1960 et révoqué par ordonnance du président Kasa-Vubu en même temps que Lumumba, le 5 septembre 1960. Il a aussi été le fondateur, en avril 1959, du parti d'extrême-gauche, le Parti de la Solidarité Africaine, le P.S.A. La participation de ses troupes aux assassinats de Kindu en 1961 –au cours desquels 13 pilotes italiens ont été tués– et de Kongolo –au cours desquels une vingtaine d'ecclésiastiques ont été massacrés– l'ont fait tomber en disgrâce. Il a été emprisonné jusqu'à la chute du gouvernement d'Adoula. Tshombe l'a fait libérer le 17 juillet 1964, mais Gizenga s'en est rapidement éloigné. Homme calme, aimant la solitude, il se montre rarement en public.

Kalonji Albert : Né le 8 juin 1929, sa carrière politique commence au lendemain de son retour, en 1958, de l'Exposition Universelle de Bruxelles où il rejoint le M.N.C. que vient de fonder Lumumba et auquel il va s'opposer en fondant le M.N.C. - Kalonji. Les agissements de Kalonji étaient surtout motivés par les rivalités qui régnaient entre les différentes tribus qui formaient le nouveau Congo. En sa qualité de chef des Luba, il haïssait profondément Lumumba qu'il accusait d'avoir fait tuer des milliers de Luba. Il a essayé, sans succès, a obtenir le soutien de l'Amérique pour renverser le régime Lumumba. En proclamant l'Etat minier du Sud-Kasaï et suite à une campagne militaire de 4 mois, Kalonji a perdu tout pouvoir.

Nendaka Victor : Né le 14 avril 1924, a été nommé administrateur de la Sûreté en septembre 1960 et confirmé par le gouvernement de Joseph Ileo. Président d'une dissidence M.N.C.-Lumumba fut aussi plus tard ministre de l'Intérieur et allié de Mobutu.

Olenga Nicholas : Allié de Lumumba et lieutenant de Soumialot. Il était le commandant en chef des rebelles simba.

Soumialot Gaston : Allié de Lumumba et bras droit de Gbenye au Conseil National de Libération, le C.N.L. Quand la récolte éclate, il est à la tête d'un groupe d'opposition et sous le régime dissident, il occupe le poste de ministre de la Défense.

Kasa-Vubu Joseph : Né en 1917 à Tshela, était le premier Président de la République du Congo. Il était membre de l'Association des Bakongo pour l'unification, l'expansion et la défense de la langue kikongo, en abrégé, l'Abako dont il devint président en 1955 et se montra un dirigeant relativement modéré lors de la Conférence de la Table Ronde le 20 janvier 1960 à Bruxelles. Il révoquera le 5 septembre 1960 son Premier ministre Lumumba. Il sera le premier Président de la République du Congo, de 1960 à 1965.

Tshombe Moïse : Né le 19 novembre 1919, président de la Confédération des Associations du Katanga, la Conakat dès 1957, il n'a jamais cru à la formule unitaire inscrite dans la loi fondamentale et proclame, le 11 juillet 1960, l'indépendance du Katanga, sécession qui prit fin en 1963. Pendant la révolte simba de 1964, il occupa le poste de Premier ministre du gouvernement de Kasa-Vubu (1964- 1965) à Léopoldville.

     PERSONNALITÉS BELGES
Spaak Paul-Henri : ministre belge des Affaires étrangères de 1961 à 1965. Allié de toujours de l'ancien Secrétaire général de l'O.T.A.N., Averell Harriman.

Davignon Etienne, vicomte : délégué du ministre belge des Affaires étrangères, Paul-Henri Spaak de Kerchove de Denterghem, comte : ambassadeur belge à Léopoldville depuis avril 1962.

Nothomb Patrick, baron : consul général de Belgique à Stanleyville durant les événements de 1964.

Colonel Charles Laurent : commandant en chef du Régiment Para-Commando.

Colonel Guillaume Logiest : était à la tête du CAMAC, l'Assistance militaire belge au Congo.

Colonel Louis Marlière : conseiller militaire de Mobutu.

Colonel Frédéric Vandewalle : ancien administrateur en chef de la sûreté au Congo belge et consul général au Katanga pendant la sécession de Tshombe. En 1964, il a été le conseiller et le conseiller militaire de Tshombe.

     PERSONNALITÉS AMÉRICAINES
G. McMurtrie Godley : ambassadeur américain à Léopoldville.

Averell Harriman : sous-secrétaire d’État aux affaires politiques. Il était le chef de file du président Lyndon B. Johnson pendant la crise du Congo.

Douglas MacArthur II : ambassadeur américain à Bruxelles.

G. Mennen Williams : assistant-secrétaire des Affaires étrangères, responsable pour l’Afrique.

Général Paul D. Adams : commandant en chef de l’U.S. Strike Command et responsable des opérations américaines au Congo.

Colonel Burgess Gradwell : commandant USEUCOM-air lift de l’opération ‘Dragon Rouge’.

Colonel Clayton Isaacson : commandant de la JTF LEO.


TERMES, NOMS DE CODE ET ACRONYMES

M.N.C. : Mouvement National Congolais, créé en octobre 1958 e.a. par Lumumba à Léopoldville. Ses principaux instigateurs sont : P. Lumumba, J. Ileo et A. Kalonji. En 1959, il sera scindé en MNC-Lumumba et MNC-Kalonji non pas pour des raisons idéologiques mais plutôt en raison de luttes internes pour le pouvoir
  • MNC-L : parti de la majorité sous Lumumba qui remporta les premières élections congolaises. Patrice Lumumba, membre de l’exécutif provincial a été le Premier ministre de la République du Congo et également ministre de la Défense. Plus tard, ce parti a été dirigé par Gbenye
  • MNC-K : le parti minoritaire d’Albert Kalonji
ABAKO : Alliance des Bakongo. Né en 1950 sous la forme d’une association culturelle. En 1956, ce groupement se transforme en parti politique radical. Ses principaux leaders sont: J. Kasa-Vubu, D. Kanza, A. Kingoloto et S. Mzeza.
CONAKAT : Rassemblement Katangais Conakat. Est créé en 1959 en prolongement de la Confédération des Associations tribales du Katanga. Son principal leader est M. Tshombe
C.N.L. : Conseil National de Libération, créé par C. Gbenye
P.S.A. : Parti Solidaire Africain. Créé en 1958. En 1959 ce parti cherche à s’allier avec Abako. A. Gizenga, C. Kamitatu et P. Mulele en sont les principaux leaders
CEREA : Centre de Regroupement Africain. Il est né d’une association culturelle (1958) et s’est progressivement transformé en parti politique (1959). Il peut être considéré comme un parti modéré. Ses leaders sont: A. Kashamura et J-C Weregemere
RADECO : Rassemblement des démocrates Congolais
C.R.I.S.P. : Centre de Recherche et d’Information Socio-Politiques, Bruxelles. Du fait de ses publications en français, ce centre fait office de principale source d’information sur l’histoire sociale, économique et politique de la Belgique d’après-guerre. Ses contributions abordent également les changements intervenus dans les institutions politiques belges. Á partir de 1959, le Courrier hebdomadaire du CRISP, devient l’une des meilleures sources d’information dont disposent les cercles sociopolitiques, économiques et diplomatiques belges ainsi que les observateurs de la société belge
I.N.E.P. : Institut National d’Études Politiques, Léopoldville
C.V.C. : Société des Chemins de Fer Vicinaux du Congo
L’«Ommegang» : les colonnes des troupes au sol du colonel Vandewalle
Sudafs : mercenaires sud-africains
Jeunesses : ce terme fait surtout référence aux bandes de jeunes qui complotaient avec les insurgés. Il renvoie toutefois aussi aux partisans «jeunes d’esprit et d’attitude». Dans ce cas, ce terme renvoie au «caractère progressif» des membres pas toujours si jeunes. Dans de nombreux cas, ce terme revêt en fait aussi une signification idéologique
Simba : signifie « lion » en Swahili. Il s’agissait de soldats rebelles totalement endoctrinés
Dragon, opérations : toutes les opérations qui visaient à libérer les otages au Congo dans les années 1964-1965
Air lift: le transport aéroporté des troupes
A.N.C. : Armée Nationale Congolaise, l’armée du gouvernement congolais
A.P.L. : Armée Populaire de Libération, l’armée des rebelles
CAMAC : Assistance militaire (belge) à l’armée congolaise
COMISH : Mission d’assistance militaire américaine au Congo
LIMA I : la colonne de tête de l’«Ommegang» du colonel Vandewalle sous le commandement de Liégeois
LIMA II : colonne de l’«Ommegang» sous le commandement de Lamouline
USEUCOM : U.S. European Command
USSTRICOM : U.S. Strike Command
«Leavenworth Papers» Number 14 : Publication du «Combat Studies Institute» américain
Major Thomas P. Odom y fait une analyse personnelle des «Opérations Dragon» en prenant pour point de départ les opérations «Dragon Rouge» et «Dragon Noir» et tente de découvrir la nature et de comprendre la complexité des opérations multinationales plutôt casuelles plus anciennes. À côté de nombreuses autres sources et témoignages, cette publication a servi de référence de base à ce livre
O.M.S. : Organisation Mondiale de la Santé

Régiment para-commando : unité d’élite de l’armée belge. Au fil des ans, sa structure a été modifiée à plusieurs reprises. Tous les hommes qui composent ce régiment sont volontaires et suivent une formation de parachutiste et de commando. La formation, les tâches et les structures des bataillons n’ont pas changé jusqu’en septembre 2010 et sont toujours identiques si ce n’est qu’il n’y a plus que deux bataillons au lieu de trois. La période de formation en Afrique du régiment s’est terminée en 1962 .  Après quelques modifications matérielles et structurelles (chaque bataillon s’est vu adjoindre une compagnie de combat), à partir de 1964, le Régiment Paracommando a été intégré dans les ‘Forces de réaction rapide’ de l’OTAN.
Jusque 2010, le Régiment se composait, comme on l’a déjà dit, de trois bataillons :
  • Le 1er Para de Diest (en entier: 1er Bataillon de Parachutistes) ─ aujourd’hui disparu
  • Le 2e Commando de Flawinne (en entier: 2e Bataillon de Commandos) – aujourd’hui intégralement francophone.
  • Le 3e Para de Lombardsijde (en entier: 3e Bataillon de Parachutistes) – qui a déménagé depuis 1972 ) à Tielen, et aujourd’hui intégralement néerlandophone
En 1964, les bataillons se composaient encore de deux compagnies de fusiliers de combat, d’une compagnie État-major et d’une compagnie d’Étatmajor et de Services (à partir de 1966, chaque bataillon s’est vu adjoindre une compagnie de combat)

B.E.M. : Breveté d’État-major
e.r. : en retraite
C.S.M. : Company Sergeant Major (sous-officier de compagnie)
R.S.M. : Regiment Sergeant Major
S1 : Chef de la section administration et personnel
S2 : Chef de la section des renseignements
S3 : Chef de la section opérations
S4 : Chef de la section logistique (approvisionnement)

Run : terme utilisé par les parachutistes qui fait référence à un ou plusieurs ‘passages’ de l’avion au-dessus des Dropping Zones (DZ). Un avion peut larguer les parachutistes en plusieurs «runs» en fonction de la taille de la DZ; avant le saut, les paras sont divisés en plusieurs «sticks» (quand la DZ est trop petite pour les larguer tous en un seul passage); on parle, p. ex. de «sticks de 10 hommes» (ou plus). Cela signifie que des deux côtés de l’avion («Port»/à droite ou «Starboard»/à gauche) 10 parachutistes sautent en même temps par «run»
Sniper : tireur embusqué. Sur le plan purement militaire, il s’agit d’un tireur d’élite spécialement formé à cette fonction, qui travaille de manière totalement autonome. Dans son sens plus général, ici, ce terme désigne aussi les éléments d’une unité laissés sur place et qui occupent différentes positions sur le terrain pour fortement entraver la progression des troupes ennemies par leurs interventions de ‘franc-tireur’
Roadblock : point de contrôle ou de barrage sur certaines routes stratégiques
Recce’s : jeep de reconnaissance. Chaque compagnie du Régiment Paracommando des années 1960-70 disposait de sa propre section «Recce’s» composée de trois jeeps de reconnaissance blindées. Ces jeeps extrêmement bien armées (deux mitrailleuses MAG à l’avant et une MAG à l’arrière) offraient à chaque compagnie de combat une arme redoutable

A.N.P.C.V. : Amicale Nationale Para-Commando Vriendenkring Vereniging. Cette association rassemble les anciens para-commandos et les paracommandos actifs. Elle peut compter sur la Haute protection de S.M. le Roi. Son siège est installé au ‘Home Para-Commando’ rue du Châtelain à Bruxelles. Cette association chapeaute les diverses «régionales» belges

S.I.D. : Service de l’information du Ministère de la Défense Nationale
C.D.H.D. : Centre de Documentation Historique de la Défense
Aangestuurd door Maak uw eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.
  • WELKOM
    • MIJN BLOG
  • BOEKENNIEUWS
    • L'ANNÉE DU DRAGON. CONGO 1964 >
      • Préface de Patrick NOTHOMB
      • BEDANKING / REMERCIEMENT
    • HET JAAR VAN DE DRAAK. CONGO 1964
    • WINGS, DAGGERS EN KRONIEKEN
    • DE FORCE AERIENNE TACTIQUE CONGOLAISE 1964-1967
    • SAS-BOEK
  • REGIMENT PARA-COMMANDO
    • SPROKKELINGEN... >
      • De 1ste Luchtlandingstroepen
      • Arhem 1944
      • Bastogne 1944
      • De "Gazette van Diest" , 1924 .
      • 18de Detachement >
        • Artikel 1 : «PADDESTOELEN».
        • Artikel 2 : OP SAFARI.
        • Artikel 3 : DE MORTIEREN OP SAFARI.
    • In Memoriam Lt.Kol. A. Anne de Molina
    • De Cammando dagger
    • Commando instructeur G. DESCHAMPS
    • De Afrika-periode.
    • Operatie "ALASKA" - Kasongo 1960
    • CONGO 1960: "De zaak Lokandu".
    • Het 4de Bn Commando
    • 3 PARA : Organigram '60er jaren
    • De jaren 60: het Regiment als 'Snelle Interventiemacht'.
    • Nieuwe dienstplichtregeling anno 1975.
    • Ongeval kolonel Charles Laurent.
    • Is er nog toekomst voor onze paco's?
  • AFRIKA
    • CONGO >
      • Congo van Leopold II tot Dipenda
      • Militaire bases in Afrika: achtergronden.
      • De Basis van Kamina (BAKA).
      • De Basis van Kitona (BAKI).
      • DIPENDA EN GEVOLGEN >
        • Onlusten in juli 1960.
        • Het College der Commissarissen.
        • Het "Front Commun".
        • Repercusies Katangese Secessie op de belgo-congolese relaties.
        • Anti-Lumumba frontvorming
        • Het einde van Lumumba.
        • Het Eskadron der Gidsen in de Katangese Secessie.
      • CONGO CRISIS 1960-1963
    • CONGO 1964. >
      • De Kwilu-revolutie.
      • De terugkeer van Tshombe op het Congolese politieke platform.
      • Tshombe : Amerikaanse obstructie.
      • Voorbereidende OPS Stan & Paulis 64
      • CONGO 1964:"De Draakoperaties".
      • PICTURES CAUSERIE :"STAN & PAULIS" - OOSTENDE
      • D.R.Congo, december 1964
      • CONGO 1964 IN DE PERS : 50 jaar later...
      • Alfons De Waegeneer
      • GETUIGENISSEN >
        • Rode Draak: getuigenis kapitein-cdt Hughes le Grelle
        • Stan & Paulis: het relaas van een officier.
        • Getuigenis J. Cuylaerts
        • Getuigenis R. BEKKERS, 2 Cdo
        • Getuigenis M. Timmermans-Zoll
  • DIVERSEN
    • JEAN KESTERGAT
    • SOMA