In 2014 zal het exact vijftig jaar geleden zijn dat Belgische paracommando's in de vroege morgen van 24 november boven het vliegveld van Stanleystad (nu Kisangani) werden gedropt om blanke gijzelaars uit handen van de rebellen - 'Simba's' genaamd ('leeuwen' in het Swahili) te bevrijden. Twee dagen later volgde een tweede operatie boven Paulis (nu Isoro). Als aanvulling op "Het jaar van de Draak. Congo 1964" worden in dit luik foto's en losse teksten gepubliceerd, die over het algemeen geen plaats vonden in het boek.
Veel foto's komen uit het archief van de Historische Dienst Defensie. Indien personen menen dat hier hun privacy door fotopublicatie wordt geschonden kunnen ze mij contacteren. Ik verwijder dan onmiddellijk de eventueel gecontesteerde foto uit de reeks.
Belgische parachutisten springen op Paulis.
IN DE RAND VAN DE GEBEURTENISSEN «RED & BLACK DRAGON», Congo 1964.
De Nederlandse kranten schrijven...
Brussel, 30 nov. 1964 - Het Congolese drama brengt steeds meer droevige berichten. De Congolese rebellen hebben weer vier Nederlandse missionarissen van de congregatie der priesters van het heilig hart vermoord. Reeds eerder vonden een broeder Montfortaan en twee Nederlandse technici in Kongo de dood. De missionarissen zijn dit weekeinde te Stanleystad begraven. Over eenendertig andere Nederlandse leden van dezelfde congregatie maakt men zich ernstige zorgen op de missieprocuur van de priesters van het Heilig Hart te Brussel.
Luxemburgse pater overleefde de massaslachting op Linkeroever.
De Luxemburgse pater Schuster, die aan de dood wist te ontsnappen (foto J.Brassinne).
Volgens de laatste berichten waarover men daar gisteravond beschikte zouden de 19 Nederlandse missionarissen van het bisdom Wamba gevangen zijn genomen, terwijl twaalf Nederlanders van het aartsbisdom Stanleystad als gijzelaar zouden zijn weggevoerd naar Bafwazende. Ook de kruisheren van het bisdom Bondo en de Montfortanen hebben missionarissen in het rebellengebied. De vier Nederlandse missionarissen vielen allen in een massaslachting waarbij 31 religieuzen en leken het leven lieten. Zij vonden de dood in een buitenwijk van Stanleystad, aan de overzijde van de Congorivier. Dit stadsgedeelte is thans weer in handen van de rebellen. De Nederlandse slachtoffers zijn: Pater Frans Ten Bosch (51) geboren te Lichtenvoorde, die sinds 1946 in Congo verbleef; Pater Hendrik van der Vecht (55) geboren te Enschede en sinds 1939 in Congo; Pater Hendrik Verberne (40) geboren te Asten en missionaris in Congo sinds 1956; Broeder Damianus Brabers (59) geboren te Breda en werkzaam in Congo sinds 1931. Zij werden allen op afschuwelijke wijze vermoord samen met vijf andere paters elf zusters en elf leken voor de missiekerk van de H. Martha, die aan de paters van het H. Hart toebehoort.
De laaghartige moord gebeurde daags na de landing van de Belgische parachutisten te Stanleystad. Pater van der Vecht, overste van de missiepost van Yanonge was samen met pater Verberne uit deze plaats gevlucht naar de missiepost tegenover Stanleystad, waar hij de dood vond. Slechts één missionaris overleefde het bloedbad, de Luxemburgse pater Schuster, die een schot in de long kreeg. Twee dagen lang lag hij roerloos tussen de opeengestapelde lijken. De minste beweging zou ook zijn einde hebben betekend.
Krantenknipsel via Jean-Pierre SONCK
De controletoren van de luchthaven van Simi Simi / Stanleystad (nu Kisangani) anno 2004. Dit was het eerste objectief van de Belgisch-Amerikaanse interventiemacht in 1964 (foto HDD)
Nederlandse congregatie in angst..
De grote zorg van de congregatie van de priesters van het H. Hart gaat nu uit naar hun 51 missionarissen in het bisdom Wamba, in het hartje van het rebellengebied, ten noordwesten van Stanleystad. Hier zijn 31 Nederlanders. In hetzelfde bisdom werken ook 50 zusters, maar onder hen zijn geen landgenoten. Volgens geredde vluchtelingen uit het naburige Paulis, dat na een korte parachutistenactie weer in handen van de rebellen is achtergelaten, zouden er ook gijzelaars terecht zijn gesteld in Wamba. Men noemt een getal van 40, onder wie acht missionarissen. Dit zou donderdag gebeurd zijn. Het betreft hier echter geruchten, die men te Brussel met de grootste voorzichtigheid beoordeelt. In Paulis zelf hebben de rebellen vijf paters dominicanen vermoord. …
Dergelijke karikatuur werd verspreid in de Chinese Volksrepubliek n.a.v. het ronselen van blanke huurlingen door Tshombe in 1964 om ingezet te worden tegen de Mulenisten.
Belgische paracommando's worden met Amerikaanse C-130 Hercules vliegtuigen overgevlogen naar het Britse eiland Ascenscion
Eén van de Amerikaanse vliegtuig crews, die de Belgische paracommando's overvlogen naar Afrika.
Ascension. De paracommando's beschikten hier over een 'extra-luxe': veldbedden. (foto Historische Dienst Defensie).
Graaf Hughes le Grelle (toen luitenant in de Stafcompagnie) over hun verblijf op Ascension: Toiletten? Geen probleem... Een bulldozer zet zijn graafschop onder een hoek van 45° en in nog geen uur tijd - 45 minuten om exact te zijn - waren de latrines voor een versterkt bataljon gegraven. Er wordt om de twee meter een schop met een rol toiletpapier op de steel geplaatst en klaar is kees!
'Pieke' Pierre Vander Goten was de padre (aalmoezenier) van het 1ste Bataljon Parachutisten en sprong mee met 'zijn jongens' tijdens Rode & Zwarte Draak in 1964. Hij volbracht ook een periode van 18 maanden op de '18de breedtegraad' als eerste aalmoezenier van het Vrijwilligerskorps voor Korea. In het Regiment Para-Commando was hij aalmoezenier van 1946 tot 1969. Geboren op 26 september 1914 in Schaarbeek als telg uit een gezin met acht kinderen. Overleden in een rusthuis in Buizingen op 25 februari 2008 op de leeftijd van 93 jaar. Een anecdote die de padre ten voeten typeert: toen hem de laatste sacramenten werden toegediend was hij bij volle bewustzijn. Hij wendde zich hierna onmiddellijk tot zijn familie, waaronder vier gewezen para's en zei: "...Nu kunt ge mijn helm halen, we gaan springen"! Waarop luitenant-kolonel b.d. Marcel Vlaminck (commandant van het 3de Bataljon Parachutisten van 1966 tot 1969) met enige humor in zijn stem deed opmerken: "Maar padre, vandaag is het cancelled".
De 'padre' ten voeten uit, zoals zo velen hem hebben gekend...
De Amerikaanse refter op het eiland Ascension valt tamelijk klein uit en is in feite niet afgestemd op zo'n grote groep militairen (het volledige 1 Para, een compagnie van het 2 Commando, steunelementen [de groep despatchers, de staf van het Regiment, etc.]). Toch is het aanbod op het vlak van gevarieerd menu verbluffend voor onze para's. De keuken is doorlopend open van 6 uur tot 21 uur en de mannen krijgen twee warme maaltijden per dag voorgeschoteld. Eén van de Belgische officieren verklaarde later: " Op de Amerikaanse basis kregen de US-soldaten twee pinten per dag. Wij goten dagelijks een weekrantsoen door ons keelgat "...
De gekwetste paracommando's, hier tijdens het defilé in Brussel (1 dec 1964).