Een exclusieve getuigenis van Commandant Hughes le Grelle.
November 1964 : Het 1ste Para springt op Stanleystad.
Kapitein-commandant b.d. Hughes le Grelle, hier tijdens de Sint-Michielsviering in 2014.
Het gaat hier om de spectaculairste Belgische militaire operatie aller tijden, want niemand, geen enkel leger ter wereld durfde en slaagde erin om een luchtlandingsoperatie van die aard uit te voeren: op 8000 km van zijn basis verwijdert geparachuteerd worden om meer dan 1500 gijzelaars te bevrijden… Een reddingsoperatie van die omvang werd nooit uitgevoerd. Gedropt worden uit vliegtuigen op een vliegveld dat door rebellen werd bezet en versperd met autowrakken en vaten van 200 liters, dit vliegveld ontzetten zodat de Amerikaanse C-130’s er met hun weinige aan mobiel materieel konden landen, was een waar huzarenstuk!
Hughes le Grelle, in 1964 tijdens operatie « Dragon Rouge » luitenant in de Stafcompagnie / 1ste Bataljon Parachutisten uit Diest, vertelt ons zijn verhaal…
« In augustus 1964 wisten we dat Stanleystad door rebellen werd bezet: de Belgen werden lastig gevallen en leden onder de pesterijen, werden zelfs mishandeld. Alle verbindingen met de stad waren zo goed als verbroken. België ondernam pogingen om via diplomatieke weg tot een oplossing te komen.
Intussen was het november ’64 geworden en werd het 1ste Bataljon Parachutisten (1 Para) in pré-alarm gezet, met het vooruitzicht om ingezet te worden in een operatie. Slechts enkele personen die deel uitmaakten van het kader waren hiervan op de hoogte en voorlopig werden nog niet echt voorbereidingen getroffen, buiten de terugroeping van een compagnie die op manoeuvres was.
Na de officiële plechtigheid van 15 november – die doorging vóór het Koninklijk Paleis – vervoegt de eenheid met de Standaard op kop het Kwartier Prins Albert, gelegen aan de achterkant van het Koninklijk Paleis. Een stafofficier van het Regiment maakt zich los uit de massa en fluistert me toe: « Dragon Rouge On » (codewoord dat slaat op « groen licht » voor de operatie). Tijdens de ontbinding van de parade in de kazerne roept de korpschef, majoor Mine, de Standaard bij zich, ik stap dus met het korpsembleem naar vóór, naar de majoor toe en zonder een spier te vertrekken zegt ook hij: « Dragon Rouge On »…
Amerikaanse C-130 vliegtuigen brengen de paracommando’s van België over, eerst naar het eiland Ascension, daarna naar Kamina. Zij staan ook in voor het transport en dropping tijdens OPS «Red Dragon» en «Black Dragon».
We vervoegen onze kwartieren in Diest, waar de poorten worden vergrendeld en de telefonische verbinding naar buiten toe, enkel voor de Staf van het bataljon beschikbaar blijft. De hele bataljonsstaf zet zich met het strikt noodzakelijkste en aangepast materieel dag en nacht aan het werk. Kaarten van Stanleystad? Niet beschikbaar in België, dus wordt er een getekend op basis van een toeristische gids. De transmissieofficier houdt zich bezig met het afstemmen van de radioprogramma’s, frequenties, netwerken, materieel en zorgt voor voldoende knoopcellen en batterijen… Een geparachuteerde operatie moet nu éénmaal zeer nauwkeurig en minutieus gepland worden. Het kader en de manschappen worden over verschillende vliegtuigen verdeeld in functie van hun taak op het terrein ([in de rangen fractionering genaamd] wat betekent: diegenen die het begin van de landingspiste moeten vrijmaken en verdedigen zijn de eersten die uit elk vliegtuig moeten springen). Met het verspreiden van de manschappen en het kader over verschillende vliegtuigen (...) verhinderd men dat, indien één van de vliegtuigen een gebrek vertoont of op de één of andere manier moet terugkeren naar zijn basis, dit de algemene uitvoering van de operatie in gevaar brengt ( door panne of om een andere reden, bijvoorbeeld omwille van treffers door vijandelijk vuur ).
’s Avonds brengen camions ons naar de militaire luchthaven van Kleine Brogel (provincie Limburg) en zijn we getuige van het landen van dertien enorme C130 toestellen van de USAF, de Amerikaanse luchtmacht dus. Vliegtuigen worden geladen en de manschappen en het kader, die nog altijd van niets weten (buiten enkelingen), zien een grote hoeveelheid oorlogsmunitie inladen. Wat is de reden hiervan? Geen vragen, men voert uit. Punt.
Manschappen van het 1ste Para uit Diest, zetten hun kleine M-56 tentjes op, op het eiland Ascension
Eiland Ascension, alles stond nog te gebeuren...
Als we een twintigtal minuten in de lucht hangen, opent de vliegtuigoverste de brief van de korpschef, bedoeld om aan de manschappen te worden voorgelezen. Pas op dat moment vernemen de manschappen de ware aard van hun opdracht: sprong op Stanleystad met de bedoeling om er de gijzelaars te bevrijden.
Achteraan het vliegtuig is het ijzig koud en de inhoud van de veldflessen bevriest, vooraan is het zo heet, dat de manschappen er in hun overhemd zitten! Een tussenlanding in Morron met gedoofde lichten (ten zuiden van Sevilla), terwijl niemand verroerd tijdens het bijtanken van de vliegtuigen. Daarna vervolgt de vlucht, bestemming het eiland Ascension (ongeveer 400 km ten noorden van Sint-Helena).
Aangekomen op dat eiland – dat de afmetingen van het eiland Ouessant heeft [eiland vóór de westkust van Bretagne] – nemen we onze intrek in onze kleine tentjes en worden we op de basis zeer vriendelijk en met uiterste doeltreffendheid ontvangen. De basis heeft een bezetting van een 40-tal Amerikanen. Stel u hun verwondering voor, als ze pas veertig minuten vóór het neerstrijken van het eerste vliegtuig, verwittigd zijn geworden dat ze 500 para’s en een 80-tal piloten moeten onderdak verlenen. We blijven daar twee à drie dagen, worden er gebriefd over de operatie – eerder summier – daar niemand weet waar de gijzelaars in Stanleystad zich bevinden.
Klaar voor vertrek vanop Ascension naar de nieuwe bestemming: Kamina...
Vervolgens komen we aan op Kamina, de vroegere Belgische Basis, waar we de laatste richtlijnen ontvangen. We weten echter nog altijd niet waar de gijzelaars zich bevinden…
Twee dagen later komt het bevel « GO », we stijgen, met een geur van verbrande kerosine in de neus en geladen als muilezels, in de vliegtuigen. Na een vlucht van ongeveer drie uren heft de springmeester (despatcher) beide armen omhoog met de vijf vingers open gespreid, wat betekent: nog tien minuten vóór de sprong. De manschappen staan recht, haken hun parachutes aan en controleren hun materieel. Dan steekt dezelfde chef één arm op met vijf vingers gespreid omhoog: 5 minuten, het rode licht springt aan, ik plaats me in de deur. De dag breekt aan en we vliegen op een tiental meter boven de Congostroom. Het vliegtuig zwenkt abrupt naar links, neemt hoogte, enkele seconden later daarna springt het groene licht aan: « Green on, go », het valscherm opent zich, we bevinden ons zeer laag [er wordt gesprongen vanop iets meer dan 200 meter hoogte, wat zeer laag is] en een zware mitrailleur vuurt in de lengteas van de piste. Landing zonder problemen.
Posities worden ingenomen aan de rand van het vliegveld van Stanleystad (Simi-Simi)
De verschillende compagnieën hergroeperen zich en we vernemen dat de gijzelaars in hotel « Victoria » zitten. We maken het vliegveld vrij en ongeveer dertig minuten na de sprong kan het eerste vliegtuig met materieel en versterkingen landen en trekken de 11de en de 13de Compagnie de stad in en bevrijden er de gijzelaars waar de slachting heeft plaatsgevonden. Er is een compagnie (de 11de Cie, 1 Para) via de kortste weg het centrum van de stad ingetrokken, een andere langs de stroom (de 13de), de Stafcompagnie zit als versterking en naar gelang de noodzaak op verschillende plaatsen, en de 12de Compagnie (2 Commando) zit rond het vliegveld, wat van levensbelang was want de rebellen hebben bij verschillende gelegenheden geprobeerd om het vliegveld aan te vallen en terug in te nemen. Tijdens de briefings die de sprong vooraf gingen kregen de verschillende compagniecommandanten hun specifieke taken toegewezen; deze orders werden volgens de gevechtsgedragingen op het terrein aangepast en bijgestuurd.
Bevrijde gijzelaars worden met alle middelen naar het vliegveld geëvakueerd. Op de voorgrond opgeluchte Zusters Dominicanessen.
Om Churchill te parafraseren: « Iedereen wist dat het een onmogelijke taak was, en op een zekere dag heeft iemand deze uitgevoerd. »
Als steun voor de aanval, komt een mobiele colonne huurlingen die omkaderd wordt door Belgische officieren en die geleid wordt door kolonel Vandewalle, vanuit het zuiden uit de brousse aan. Haar codenaam: «Colonne Ommegang». De 546 para’s die uit Lockheed C-130 toestellen werden gedropt en die vanuit Kamina kwamen en de [Vandewalles] colonne vallen perfect synchroon aan, en houden hiermee de stad in een « tang ». De soldaten [para’s] zijn de eersten die Stanleystad innemen, maar ze komen desondanks iets te laat om de slachting te kunnen verhinderen (er vallen 24 doden onder de gijzelaars). Daarna bevrijden ze Paulis (Operatie «Dragon Noir »).
Na zes dagen keren de paracommando’s naar België terug, waar ze met pracht en praal deelnemen aan een defilé die vertrekt aan de Koninklijke straat en eindigt aan het Justitiepaleis in Brussel. Ze tellen twee doden in hun rangen en 12 gewonden. »
Bij hun terugkeer in Brussel worden de para's in de armen gesloten van hun geliefden.
Met dank aan commandant Hughes le Grelle, voor de toelating om deze getuigenis te publiceren.