In december 1944 brokkelde de heerschappij van de fascistische staten zienderogen verder af. Hun troepen werden overal in het defensief gedrongen. Japan zat geparalyseerd op de kleine eilanden van de Stille Oceaan en had een lastige karwei te klaren aan de Amerikaanse troepen die daar meer en meer veld wonnen. In Italië stonden de geallieerde troepen iets ten noorden van Pisa en Florence. De Sovjets hadden Warchau en Belgrado bereikt, maar kampten door hun snelle doorstoot met logistieke problemen. En in het Westen hadden ook de geallieerden met dergelijke problemen te kampen. Antwerpen was op 4 september 1944 bevrijd. Desondanks waren er in oktober en begin november 1944 nog harde gevechten nodig om de Scheldemonding vrij te maken. Het was dan ook pas op 28 november dat het eerste geallieerde schip de haven van Antwerpen kon binnenlopen. Intussen bestookten de Duitsers vanaf november 1944 tot maart 1945 Antwerpen met hun gevreesde V1’s en V2’s…
De dag dat de Duitse troepen hun aanval in de Ardennen inzetten (16 december 1944) was er van de ingebruikneming van de haven nog weinig te zien. Één van de gevolgen hiervan was dat de geallieerden met een zwaar probleem zaten om hun getalsterkte op peil te brengen, waardoor ze met een schromelijk tekort aan infanteristen te kampen hadden. Dit laatste was dan weer een gevolg van het feit dat de Amerikanen vooral een ‘twee frontenoorlog’ voerden (ze verdeelden hun inzetbare troepen over het Europese oorlogsfront en over de eilanden in de Stille Oceaan). Supreme Allied Commander in Europe Dwight Eisenhower wilde de druk op de Duitsers verder opvoeren. Hij vreesde namelijk Duitse operaties tegen zijn ‘binnen linies’ en was plannen aan het maken voor geallieerde offensieven in de richting van de Rhur en het Saarland.
Wat de Ardense frontlinies betrof: daar vreesde hij geen Duitse aanval (de structuur van het terrein was daar bijvoorbeeld minder geschikt voor een massale inzet van tankeenheden). Hierin onderschatte hij echter blijkbaar schromelijk de figuur Hitler…
De geallieerde linies (blauwe lijnmarkering) in de Ardennen (december 1944) en Hitlers waagstuk, dat als einddoel Antwerpen beoogde.
«Operation Market Garden» kan moeilijk een succes genoemd worden (zie «Arhem 1944»). Een gevolg van deze mislukking is dat de geallieerden voorlopig hun grote offensieven staken. Ze graven zich in (zie kaart hierboven) en proberen in Nederland de Duitsers te verdrijven. Aan het «Westelijke front» is het vrij rustig en de geallieerden verwachten vanuit die hoek geen Duits offensief… Hitlers plan om via de Ardennen door te stoten tot in Antwerpen, met de bedoeling daar de haven terug in handen te krijgen, kan bij zijn stafofficieren op weinig steun rekenen. Het lokt integendeel heftige protesten uit bij zijn rechtstreeks betrokken Wehrmacht generaals Von Rundstedt en Model. Het plan dat opnieuw blijk geeft van Hitlers grootheidswaanzin en dat enkel op de steun kan rekenen van generaal Jodl, wordt de frontgeneraals, die geen andere keus hebben, gewoon opgedrongen. De «Slag om de Ardennen» is het laatste echte gevecht van de Tweede Wereldoorlog op Belgisch grondgebied en duurt van 16 december 1944 tot 28 januari 1945. Hierbij worden ook Belgische SAS-parachutisten ingezet, een eenheid valschermtroepen in Groot-Brittannië opgeleid en gevormd. Aan geallieerde zijde kost dit Duitse waagstuk maar liefst 77.000 man, waaronder ruim 8.000 doden. Aan Duitse zijde ligt de tol nog hoger: 120.000 doden, gewonden en vermisten…
1. Het plan.
De Duitse kolonel Alfred Jodl.
Na het verlies van Antwerpen in september 1944 bespreekt Hitler met zijn generaals een aanvalsplan tegen de geallieerden; bedoeling is, hen voldoende schade te kunnen aanbrengen teneinde zo het tij te keren. Hitlers plan bestaat erin om tussen 20 en 30 november een snelle en grootschalige tegenaanval te lanceren ergens tussen Aachen en Luxemburg. Hij is er zeker van dat de geallieerde troepen niet tijdig een tegenaanval zullen kunnen opzetten. De Duitse aanval moet bij slecht weer gebeuren, zodat de geallieerden geen gebruik kunnen maken van hun luchtmacht. Deze is op dat moment namelijk beduidend sterker dan die van de Duitsers. Hij gelooft dat met een dergelijke operatie, de cohesie tussen de geallieerde landen teniet zal gedaan worden.
Veel generaals en adviseurs wijzen Hitler op het gevaar van een dergelijke aanval en keuren die af. Ze gaan ervan uit dat Duitsland zich beter met de verdediging van het eigen vaderland zou bezighouden, nu de geallieerden zich praktisch op hun stoep bevinden. Hitler houdt voet bij stuk en wil een snelle en korte aanval uitvoeren op een plek waar de vijand hem nooit zou verwachten.
Op 9 oktober stelt Jodle aan Hitler het plan «Wacht am Rhein» voor. De naamkeuze moet de geallieerden in de waan brengen dat de Duitsers bezig zijn met een defensief plan.
Heel de operatie vereist eenendertig divisies, waarvan een derde gepantserd. Er worden 50 miljoen benzinevaten aangevoerd, samen met 50 treinladingen ammunitie. Hitler kiest de twee meest noordelijke aanvalsroutes, maar krijgt veel tegenwind. De stafofficieren die de aanval moeten uitvoeren – zijnde Von Runstedt, bevelhebber van de Duitse Westerse troepenmacht, veldmaarschalk Model (tactisch bevelhebber), Josef ‘Sepp’ Dietrichen (bevelhebber van de 6st Panzer Division) en Hoss von Manteuffel (bevelhebber van het «5st Panzer») bekijken het plan met de grootste kritiek. Ze hebben geen vertrouwen in de haalbaarheid van het plan zoals het wordt voorgesteld, daar ze weten dat de beschikbare Duitse troepenmacht te klein is om een dergelijk offensief tot een goed einde te kunnen brengen. Veldmaarschalk Model oppert: «Dit plan heeft een gewond been om op te staan.» Ze stellen daar tegenover een nieuw plan voor, dat de mogelijkheid tot slagen heeft om de geallieerde troepen af te slanken, maar niet om Antwerpen te heroveren. Dit wordt door Hitler verworpen. Hij houdt halsstarrig vast aan zijn plan en vindt dat de Ardennen het juiste gebied voor een dergelijk offensief zijn. Hitler geeft Von Rundstedt het bevel om een grote aanval in de flank van geallieerde troepenmacht op te zetten, recht door de Ardennen heen.
De aanval heeft als hoofddoel Antwerpen en Brussel en moet de geallieerden linies doorbreken en in tweeën splitsen. Hij geeft aan 3 van zijn strijdmachten opdracht om de geallieerden aan te vallen. Concreet betekent dit: het «5st Panzer Armee» onder bevel van generaal Von Manteuffel, het «6st SS Panzer Armee» onder bevel van kolonel-generaal ‘Sepp’ Dietrichen en het «7st Armee» onder bevel van generaal Brandeburger. Het «6st SS Panzer Armee» moet bij de Belgische stad Luik de Maas oversteken en onmiddellijk naar Antwerpen doorsteken. Het «5st Panzer Armee» moet via Namen de Maas over en dient Brussel in te nemen. Ondertussen zal het «7st Armee» via het zuiden oprukken om van daaruit de aanval te steunen. Het plan is briljant en vrij simpel van opzet. Maar dan dient men over voldoende manschappen te beschikken. De legers die Hitler echter nog ter beschikking heeft zijn op dat moment meer te vergelijken met divisies dan met volwaardige legermachten. Ze hebben bovendien te lijden onder een gebrek aan brandstof, zijn onderbemand en er zijn veel te weinig pantsersvoertuigen beschikbaar voor zo’n actie op grote schaal. Het «5st Panzer Armee» bijvoorbeeld, beschikt over niet meer dan 100 tanks, wat ver beneden de vereisten ligt. Toch drijft Hitler zijn wil door en dus gaan in de morgen van 16 december zijn drie legers over tot de aanval.
2. De geallieerden verrast.
Op 16 december 1944 om 5.30 A.M. vallen acht Duitse gepantserde- en dertien infanteriedivisies de vijf Amerikaanse divisies van het «US First Army» aan. Ze stuiten er op onervaren Amerikaanse troepen, wat voor veel slachtoffers onder de Amerikaanse militairen zorgt. En op 17 december komen de «7th U.S. Armored Division» en het Duitse «6st Panser Armee» elkaar tegen op weg tussen Antwerpen en de Maas. De Amerikanen houden stand, waardoor de Duitsers niet meer via de hoofdweg, maar via kleinere wegen verder trekken. Hierdoor lopen ze wel veel vertraging op.
De geallieerden zijn compleet verrast door de Duitse aanval en de ondervinden Amerikanen ernstige verliezen. Men verwacht geen aanval in de Ardennen omdat men ervan uitgaat dat het gebied niet geschikt is voor een aanval met tanks. Daarom wordt deze sector slechts door 5 divisies verdedigd. Met hun 21 divisies in de aanval hebben de Duitsers daar de eerste dagen dan ook geen geschikte tegenstander voor zich. De aanval gebeurt in de vroege morgen en het weer is slecht. Hierdoor kunnen de geallieerden dan ook niet rekenen op hun luchtmacht om de oprukkende Duitsers tegen te houden.
SS-Standartenführer Joachim Peiper
De Duitsers hebben hun plannen goed uitgewerkt en in de voorhoede van de oprukkende Duitsers zit de «150st Panzer Brigade» Deze beschikt tevens over 2.000 Duitse elite commando’s die zich als Amerikanen hebben vermomd. Deze troepen stichten veel verwarring en hebben het bevel gekregen om ingeval ze gevangen genomen werden te zeggen «dat alle Duitsers vermomd waren als Amerikanen.» Dit zorgt bij de geallieerden voor de nodige verwarring; op de smalle Ardeense bospaden ontstaan dan ook zeer vlug opstoppingen door de vele wegcontroles. De Duitse brigade verwisselt intussen wegwijzers van plaats en plaatst ook borden die mijnenvelden aangeven. Van de 40 jeeps die achter de geallieerde linies opereerden komen er na hun opdracht 32 weer terug in de Duitse linies. Dit bewees dat deze slimme Duitse zet geslaagd is. Toch laten de Duitse aanvalstroepen ook steken vallen. Het «6st SS Armee» is tot vlak bij Stavelot opgerukt, maar weten niet dat 10 kilometer verder een Amerikaans bevoorradingsdepot ligt. Brandstof die de oprukkende Duitsers uiteraard zeer goed konden gebruiken. Het Amerikaanse «5th Corps» zal heldhaftig stand houden tot er meerdere versterkingen naar het gebied worden overgeplaatst. Hierdoor zal Peiper niet verder kunnen doorstoten.
De tactieken die het Duitse «6st SS Armee» gebruikt zijn echter in niets te vergelijken met de hierboven gebruikte vermommingen en het verplaatsen van de wegbewijzering. De «1st SS Panzer Division» onder het bevel van SS Standartenführer Peiper schiet namelijk koudweg gevangen genomen Amerikaanse gewonden of militairen die zich hadden overgegeven en Belgische burgers dood. De «Groep Peiper», genaamd naar hun SS-bevelhebber Joachim Peiper, komt op 17 december 1944 tijdens zijn opmars in Baugnez aan, waar ze de Amerikaanse B- Batterij van het «285th Field Artillery Battalion» en een deel van het «291th Engineer Battalion» voor zich hebben. De strijd is hard maar kort van duur. De Amerikanen moeten het namelijk met alleen geweren en mitrailleurs opnemen tegen zware tanks, wat onbegonnen werk is. De Amerikaanse commandant wordt dan ook zeer vlug tot capitulatie gedwongen en geeft het teken van overgave. De Amerikaanse soldaten laten hun wapens vallen en Peiper leidt de gevangenen naar een weide. Dan wordt plots het bevel gegeven om het vuur te openen (we weten nog altijd niet wie dit bevel echt gaf, Joachim Peiper of een andere officier, maar de «Groep Peiper» was sowieso verantwoordelijk voor deze gruweldaad). De Amerikaanse krijgsgevangen worden neergemaaid in de weide en de sneeuw kleurt rood.
Als bij wonder overleven verschillende Amerikaanse soldaten de slachting en kunnen ontsnappen. De Duitsers die bezig waren op te breken wilden verder trekken zien plots een groep van ongeveer 20 man opspringen en over het veld noordwaarts wegrennen naar de bossen. De Duitse troepen draaien hun wapens terug richting het veld en openen weer het vuur. Ongeveer twaalf mannen gaan dekking zoeken in een café, maar worden door de Duitsers ontdekt. Deze steken het café in brand en de mannen die naar buiten probeerden te vluchten worden alsnog vermoord. In Malmedy hoort kolonel Pergrin het mitrailleurvuur, maar weet niet wat er aan de hand is. In een jeep rijdt hij naar een heuvel, waar een Amerikaanse ‘roadblock’ (wegversperring) is opgesteld en terwijl hij probeert uit te maken wat er zich daar verder afspeelt komen opeens vier mannen de bossen uit gestrompeld en vertellen hem een uiterst verward verhaal. Pergrin neemt hen mee naar Malmedy. Later bereiken nog meer overlevenden de wegversperring van het «291th Engineer Battalion». Bij het invallen van de duisternis komt nog een overlevende zich daar melden: Warren Schmidt had zich al die tijd schuil gehouden in een ijskoude waterloop. Meer mannen komen zich in de loop van de nacht nog melden bij het ‘roadblock’ op de heuvel. In totaal weten 43 ontsnapten zich in veiligheid te stellen. Van de Amerikanen die zich hadden overgegeven waren 86 man vermoord. En binnen de vierentwintig uur wist elke Amerikaanse soldaat wat er daar gebeurd was. En dit nieuws zorgde op zijn beurt voor een ommekeer in de behandeling van de Duitse gevangenen.
Verloop van de Duitse aanval en aanduiding van de geallieerde stellingen in december 1944
Hitler had gehoopt dat zijn plan om zonder mededogen de geallieerden aan te vallen er toe zou leiden dat dezen in paniek terug zouden trekken. Nu gebeurde precies het tegenovergestelde. De Amerikanen waren vervuld van haat en wilden wraak nemen om hun kameraden te wreken die bij Baugnez waren omgekomen (verschillende groepen Duitsers die zich later overgaven werden zonder pardon neergeschoten). Het gebied waar de slachting plaatsvond wordt pas op 13 januari 1945 door de Amerikanen heroverd en ze stuitten er op de bevroren lijken van hun makkers die nog steeds in de bevroren velden rond het kruispunt waren blijven liggen. Het Amerikaanse leger beweerde dat het zolang had geduurd (bijna een maand) vanwege de felle gevechten die hier toen gewoed hadden.
HIERNAAST: Luitenant Virgil Lary, overlevende van het bloedbad in Baugnez, duidt hier op het nazi-proces in Dachau «Sturmmann» Georg Fleps aan als één van de schuldigen van de slachtpartij in december 1944.
Na de oorlog werd een rechtszaak opgezet tegen 73 manschappen uit het «1st SS-Panzer Division» Op 16 mei 1946 begon de zaak in Dachau. Niet alleen stonden de mannen terecht die verantwoordelijk waren voor wat men de «Malmedy Massacre» was gaan noemen, maar zeker ook nog in tien andere gevallen werden er Duitse militairen
beschuldigd van oorlogsmisdaden. Over de gehele route die «Kampfgruppe Peiper»
had gevolgd, deze liep via Honsfeld, Bullingen, Ligneuville, Cheneux, Stavelot,
Trois Ponts, Stourmont, Wanne, Lutrebois en Petit Thier, werden uitwassen en
excessen tegen krijgsgevangen aangevoerd, maar ook tegen Belgische burgers. De
verdachten werden van moord beschuldigd op 90 ongeïdentificeerde Belgische
burgers en op 538 en 749 niet nader genoemde geallieerde militairen. Luitenant
Lary (één van de overlevenden van Baugnez) herkende en identificeerde Georg
Fleps die het eerst schot zou hebben gelost nabij Baugnez op de gevangen
genomen Amerikanen. Op 16 juli 1945 eindigde de rechtszaak met de ter dood
veroordeling van 43 Duitsers, 22 kregen levenslang, 2 kregen twintig jaar en 5 mannen
kregen ieder 10 jaar. Onder de ter dood veroordeelden waren Fleps en Peiper.
Toen later bekend raakte «dat de bekentenissen waarschijnlijk onder foltering
waren verkregen» werden op 14 september van dat jaar alle doodvonnissen omgezet
in gevangenisstraffen. Op 25 oktober 1955 kwam Dietrich vrij (bevelhebber van
het «6st Panzer Armee»), tegen de wensen van Brigadier General McAuliffe in
(die toen commandant was over het Amerikaanse leger in Duitsland). McAuliffe
had daarvoor tot drie maal toe de vrijlating van Dietrich tegen gehouden.
Joachim Peiper wordt op 22 december 1956 vrijgelaten, ondanks protesten van het
Amerikaanse Legioen. Na de oorlog werd een simpel kruis geplaatst op de plaats
van het bloedbad. Later verscheen een permanente herinnering aan de andere kant
van het kruispunt.
De wegkruising in Baugnez, waar de moordpartij op de Amerikaanse krijgsgevangenen zich afspeelde.
Situatieschets vóór de aanvang van het offensief bij de geallieerden. (Gebaseerd op «The First Eight Days» van de Amerikaanse Brigade-Generaal S.L.A. Marshall).
Oorspronkelijk uitgegeven in 1946 geeft Marshall een beknopt verslag van het verloop van de gevechten tijdens één van de kritiekste fases van de bevrijding van Europa door de geallieerden tijdens WO II. Eind 1944 rukken de geallieerde legers op naar de Rijn, Duitslands laatste natuurlijke verdediging.
Hitler constateert dat de opmars van de geallieerden net iets te snel gaat, waardoor ze geen tijd hebben om hun aanvoerlijnen adequaat te onderhouden. Dus wil hij de geallieerde legers ‘uit elkaar drijven’ om daarna de belangrijke havenstad Antwerpen te heroveren. In deze fase is Hitler verplicht om hiervoor als het ware massaal de laatste Duitse reserves te ‘plunderen’, wil hij in staat zijn om een leger van 250.000 man op te been brengen. Daarnaast is er voor dit offensief nog zo eens 1.000 tanks en gemotoriseerde kanonnen nodig. Deze grootste aanval gaat dwars door de heuvelachtige Ardennen en ontwikkeld zich, zeker in de beginfase, met de snelheid van een trein. De geallieerden daar ter plaatse worden teruggedrongen en omsingeld door een in aantal veel grotere vijand. Toch houden de Amerikaanse «Verenigde Strijdkrachten» die uit Luchtlandingstroepen, Geniesoldaten, Anti-tank en Artillerie-eenheden bestaan, gedurende vijf dagen stand en verdedigen deze troepen eind december 1944 nog de belangrijkste aanvoerroutes in en rond Bastogne. Daar doorbreken en vernietigen ze uiteindelijk de Duitse stellingen en roepen hiermee een halt toe aan het Duitse offensief (wel dient gezegd dat de geallieerden door het brandstofgebrek bij de vijand een helpende hand krijgen toegereikt). De afloop van deze gevechten zal trouwens uitermate belangrijk zijn voor het verdere verloop van de strijd in Europa. De geallieerden brengen, in wat algemeen «Het Ardennenoffensief» wordt genoemd, de Duitse strijdkrachten de genadeslag toe.
In de geschiedenis van het Ardennenoffensief speelt de belegering van Bastogne een belangrijke rol. Men kan stellen dat het mislukken van het verdere Duitse offensief voor een groot deel te danken is aan de Amerikaanse weerstand in St. Vith en in Bastogne.
Brigade-generaal Marshall: «De achtergrond van de belegering van Bastogne gaat terug naar de herfst van 1944. Op dat ogenblik lagen drie Amerikaanse legereenheden die de «12th Army Group» vormden in stelling in het centrale gedeelte van het westelijke front. Het «1st en 3th U.S. Corps» zat langs de Siegfried Linie en het «9th U.S. Corps» zat op 50 km van de Rijn. De drie legereenheden werden onder zeer moeilijke omstandigheden richting Rijn gestuwd (gezwollen rivieren en felle tegenstand). Enkel in de Aachen-sector, richting Roer, werden relatieve successen geboekt. Voor de rest bleven de linies van oktober tot november ongewijzigd. Het «3th U.S. Corps» zat in gevechten verwikkeld in de streek rond Metz; het «9th U.S. Corps» boekte noordwaarts verder successen in de richting Aachen toe. Intussen zorgde het «1st U.S. Corps» voor een stevige defensiegordel. Het «VIII U.S. Corps» nam hier het belangrijkste en meest zuidelijke deel voor zijn rekening.
»Op 16 december bevond het hoofdkwartier van het «VIII U.S. Corps» dat onder bevel stond van Generaal-Majoor Troy H. Middleton, zich in Bastogne. Grotendeels evenwijdig met de Duitse linies in het oostelijke deel van België en Luxemburg was dit front een goede 100 km breed. Het Ardennese gebied was ruig en beschikte er slechts over een beperkt wegennet.
»De opdracht die het «VIII Corps» van het Eerste Legerkorps kreeg was om deze positie ten allen prijzen te houden. Men was namelijk bezig met het overbrengen van verse troepen naar dit front en deze moesten de vermoeide troepen vervangen, terwijl deze laatsten konden uitrusten en voorzien worden van nieuw materieel.
»Bij het begin van de Duitse aanval in december bestond het «VIII Corps» uit twee vermoeide divisies, een infanteriedivisie, een onderdeel gepantserde- en luchtlandingstroepen. De eenheden met gevechtservaring die maanden in de gevechtslinies hadden vertoefd waren: de «4th Infantery Division», die in november hadden deelgenomen aan een zware actie in het «Hürtgenbos» (beneden Düren (D)) en de« 28th Infantery Division», die ernstige verliezen hadden geleden tijdens de campagne met het Eerste Leger (richting de Roer). De «106th Infantery Division» was pas op het Europese contingent aanbeland en kwam de linies versterken, vier dagen vóór de Duitsers hun aanval inzetten. De «14th Cavalry Group» die bestond uit het «18th en 32d Cavalry Squadron» beveiligde de noordflank van het «VIII Corps» en de «9th Armoured Division», zonder «Combat Command B» (E.H.: vergelijkbaar met een Brigade bij ons) dat zich bij het «V Corps» had aangesloten, beschikte over de meeste eenheden.
»De vier vijandelijke divisies die het «VIII Corps» voor zich had bestonden van het noorden tot het zuiden uit gezien uit: «18th, 26th, 352d en 212th Division». Begin december nam de «28th U.S. Division» enkele krijgsgevangenen en bevestigden de aanwezigheid langs het front van de Duitse «26ste en 352ste Divisie». De geruchten dat één of meer Duitse «Panzer»-eenheden zich ophielden in de omgeving van de Amerikaanse divisies werden niet bevestigd. Vanaf 12 december hoorden de Amerikaanse voorposten van het «VIII Corps» het geluid van verplaatsingen van vijandelijke voertuigen en pantsers achter de vijandelijke linies.
HIERNAAST: onder de onervaren Amerikaanse militairen die langs de Westelijke frontlinie waren samengetrokken, vielen veel slachtoffers.
»In de morgen van 16 december werd het «VIII Corps», dat sinds eind september geen vijandelijkheden meer had waargenomen, plotseling opgeschrikt. De voorbije maand had de vijand, buiten het weten van de Amerikaanse troepen om, ongeveer 25 divisies samengetrokken,. Om 05.00 A.M. werd het hele «VIII Corps»-front met hevige artilleriebeschietingen bestookt, spoedig gevolgd door Duitse tank- en infanterie aanvallen. De hevigste confrontaties gebeurden in het noorden, op de grenslinies van het «V en VIII Corps».
»De infanterie-tank aanval op de noordflank van het «8th Corps» begon de 16de om 08.00 A.M. Drie uur later waren de Duitse troepen meer dan 4 km diep door de posities van de «14th Cavalry Group» doorgedrongen. Troepenreserves werden aangevoerd en de «106th Division» nam de noordelijke flank in bescherming. De Duitse troepen doorbraken relatief gemakkelijk deze linies en bevonden zich al snel 2 km diep in de Amerikaanse zone. Naargelang meer verse troepen werden aangevoerd vertraagde de Duitse opmars. De vijand probeerde dan twee regimenten van de «106th Infantery Division» te isoleren. Door de Amerikanen in beslag genomen documenten vertellen hen dat de Duitsers die dag St Vith hopen te bereiken (waar ze niet in slagen).
Patch «106th Infantry Division»
»Tegen de 28th Infantery Division gebruikt de vijand twee «Panzer»-divisies, drie infanterie divisies en één parachutisten divisie, die allen ingezet worden bij een infanterie-tank aanval. Tijdens die operatie vielen twee vijandelijke divisies alle regimenten van de «U.S. 28th Division» aan. De vijand brak door in het midden en rechts van de linies en vorderde meer dan 6 km diep en stak daarna de noord-zuid hoofdbaan op diverse plaatsen over. In het zuidelijke deel van de linies van het «VIII Corps» werd de «U.S. 9th Armored Division» en de «4th Infantry Division» door de vijand aangevallen. Deze aanvallen gebeurden op verschillende punten om de aanvoer van verse troepen te verhinderen.
»Bij het begin van het Duitse offensief bestond de reserve van het «VIII Corps» uit een gepantserde gevechtseenheid en vier bataljons gevechts-genie. De genietroepen werden de eerste morgen al verzameld en als de ernst van het Duitse offensief bij de geallieerden doordringt worden nieuwe troepen ter beschikking gesteld. In het noorden werden op 17 december «Combat Command R» van de «U.S. 9th Armored Division» vrijgemaakt van het «V Corps» en de «7th Armored Division» wordt ingezet om een sector naast St Vith af te grendelen. In het zuiden werd de «10th Armored Division» vooruit gestuurd richting Luxemburg-stad. Orders werden ook uitgevaardigd om de «101th en 82nd Airborne Division» naar de gevechtszone te verplaatsen.
»Uit in beslag genomen documenten en afgeleid van de snelheid waarmee dit Duitse offensief gebeurde maakte het VIII Corps op dat het eigenlijke objectief Luik was en mogelijk Namen. Dit bleek voor het VIII Corps een serieuze misrekening te zijn. Een vergissing die spoedig van toepassing was op alle strijdkrachten. Uiteindelijk werd duidelijk dat Hitler zijn bevelhebbers de opdracht had gegeven om tijdens die «Bulge attack» specifiek en onvoorwaardelijk ten zuiden van Luik te blijven. »Op 17 december, tweede dag van het offensief, verhoogt de vijand de druk op het hele front. Voornamelijk in het noorden. De rechterflank van het V Corps moest wijken en om 09.00 A.M hadden de Duitse infanterie- en pantsertroepen twee regimenten van het VIII Corps «106th Division» afgesneden. Teneinde de opmars van de vijand richting St. Vith te counteren voerde het «168th Engineer Combat Battalion» vertragingsgevechten ten noorden en ten oosten van St. Vith. «Combat Command B» van de «9th Armored Division» werd in de linies gebracht, de «7th Armored Division» werd al geleidelijk aan betrokken bij de gevechten vanaf hun aankomst diezelfde avond.
»In de sector van de 28th Division beginnen de Duitsers zeer vroeg met hun aanvallen en boeken er winst. De linkerflank van de 28th Division werd terug geplooid op de westoever van de Ourthe. De rechterflank werd 1 tot 6 km teruggeslagen. Maar het was in het middengedeelte dat de vijand het diepst doordrong (tot 12 km) Na felle gevechten moesten de Amerikanen zich tussen de 6 à 9 km terugtrekken. Op bepaalde plaatsen bevond de vijand zich op minder dan 11 km van Bastogne.
»Op de zuidelijke flank verdedigde de «4th Infantry Division» van het «VIII Corps» zich tegen felle aanvallen (hoewel deze minder hevig waren dan verder noordwaarts). De Amerikaanse «10th Armored Division» kwam net op tijd in de regio Luxemburg aan om deze te verdedigen.
HIERNAAST: Duitse «Panzer-Grenadiere» verassen de geallieerden in de Belgische Ardennen.
»Op 17 december, tweede dag van het offensief, verhoogt de vijand de druk op het hele front. Voornamelijk in het noorden. De rechterflank van het V Corps moest wijken en om 09.00 A.M hadden de Duitse infanterie- en pantsertroepen twee regimenten van het VIII Corps «106th Division» afgesneden. Teneinde de opmars van de vijand richting St. Vith te counteren voerde het «168th Engineer Combat Battalion» vertragingsgevechten ten noorden en ten oosten van St. Vith. «Combat Command B» van de «9th Armored Division» werd in de linies gebracht, de «7th Armored Division» werd al geleidelijk aan betrokken bij de gevechten vanaf hun aankomst ’s avonds.
»In de sector van de 28th Division beginnen de Duitsers zeer vroeg met hun aanvallen en boeken er winst. De linkerflank van de 28th Division werd terug geplooid op de westoever van de Ourthe. De rechterflank werd 1 tot 6 km teruggeslagen. Maar het was in het middengedeelte dat de vijand het diepst doordrong (tot 12 km) Na felle gevechten moesten de Amerikanen zich tussen de 6 à 9 km terugtrekken. Op bepaalde plaatsen bevond de vijand zich op minder dan 11 km van Bastogne.
»Op de zuidelijke flank verdedigde de «4th Infantry Division» van het «VIII Corps» zich tegen felle aanvallen (hoewel deze minder hevig waren dan verder noordwaarts). De Amerikaanse «10th Armored Division» kwam net op tijd in de regio Luxemburg aan om deze te verdedigen.
»Op 18 december, de derde dag van het offensief, verhoogde de vijand stelselmatig de beschietingen op het centrum van de stellingen van het «VIII Corps». De noordflank van deze eenheid was versterkt door de aankomst van de «7th Armored Division» maar kwam in een kritieke situatie door het steeds verder doorstoten van de vijand in de sector van het «V Corps». De druk op de «28th Infantry Division» was zo overweldigend dat zijn verzwakte verdediging uiteenviel, waardoor de vijand een doorbraak forceerde. De «28th U.S. Division», waarvan een deel de vorige nacht al was teruggedrongen tot op de uiterst oostelijke grens van Luxemburg, kon onmogelijk zijn posities handhaven. Tijdens hun terugtocht ontstond een brede bres, door de welke de vijand een belangrijk deel van zijn pantsertroepen joeg. In de centrumposities stootte de vijand door en omsingelde één voor één de compagnieën, vernietigde hen of nam ze krijgsgevangen.
HIERNAAST: Zwaarbewapende Duitse «Panzer-Grenadiere» in 1944, Ardennenoffensief.
»Op het
hoofdkwartier van de «28th U.S. Division» liepen de hele dag door berichten
binnen over verloren communicaties met de eenheden en het binnendringen van
talrijke vijandelijke kolonnes achter de eigen rangen; de tragische verhalen
over achterblijvers en vermisten wezen op het kompleet ineenstorten van de
verdedigingslijnen. De commandopost van de «28th Division» zelf werd
aangevallen toen de vijand Wiltz naderde en deze verloor alle verbindingen met
zijn eenheden. De «44th Combat Engineering Corps», het «447th Anti-Aircraft
Artillery» en het personeel van het HQ’s van de divisie werden ingezet om de
stad te verdedigen.»Vlak achter de «28th U.S. Division», op de weg St. Vith – Bastogne, werden door de «Combat Command Reserve» van de Negende Pantserdivisie wegversperringen aangebracht. Een wegversperring, gekend als «Task Force Rose» werd aangevallen door de vijand en werd op 18 december om 14.00 P.M overrompeld. Wegversperring A, op de weg Wiltz – Bastogne, gekend als «Task Force Hayze» kreeg om 18.15 P.M een hevige aanval te verduren. De Duitsers overmeesterden de stelling tijdens de nacht van 18 op 19 december en bevonden zich toen op drie kilometers van Bastogne. De Amerikaanse Luchtlanding- en Pantserstroepen hadden orders gekregen om de verdediging van die stad op zich te nemen…»
Dit is dus het uitgangspunt voor één van de belangrijkste en memorabele gevechten van, wat men later «The Battle of the Bulge» is gaan noemen. Bastogne was voor vriend en voor vijand een belangrijke stad, die ze beide in handen wilden hebben. De Amerikaanse «101th Airborne Division» kon Bastogne het eerst innemen. De Duitsers omsingelde de stad om zo de Amerikanen van hun voorraden af te snijden. Het Duitse bevel stuurde een officieel bericht naar de Amerikaanse legerleiding met de vraag voor overgave. Brigade-General Mcauliffe stuurde de legendarische boodschap terug : «Aw, nuts». Dat zoveel betekende als «loop naar de hel.» Door het slechte weer konden de vliegtuigen met bevoorradingen lange tijd niet opstijgen en het «101th Airborne» kreeg groot tekort aan middelen. Ze waren dan ook blij het «VII Corps» te zien aankomen. Samen konden ze een tegenaanval opzetten tegen de Duitsers die Bastogne omsingelden…
3. Eisenhower kiest voor de tegenaanval...
Supreme Allied Commander in Europe (SACEUR) Dwight David Eisenhower beschikt, naast korps- en legertroepen, over 65 divisies. In cijfers betekent dit: 3,7 miljoen soldaten (waaronder 2,7 miljoen Amerikanen + 900.000 Gemenebest-soldaten + 100.000 Fransen). De Amerikaanse divisies beschikken over minder manschappen dan bijvoorbeeld de Britse divisies (een Britse infanteriedivisie beschikte over 18.000 man en 72 veldkanonnen. Een Amerikaanse telde 18.000 man en 48 veldkanonnen). Wat zijn weerslag heeft op de bezetting langs het Westelijke front. Er ontbreken bij de geallieerden heel wat infanteristen, wat als gevolg heeft dat sommige bataljons slechts op 40% van hun organieke sterkte staan. Verder is de Amerikaanse Sherman-tank niet opgewassen tegen de meeste Duitse tanks. De Duitsers hebben in de loop van de maand september 1944 tien nieuwe pantserbrigades uit de grond gestampt, allemaal uitgerust met tanks van het moderne Panther-type, dat in zuiver technisch opzicht superieur was aan de Amerikaanse Sherman-tank. Zelfs de Amerikanen gaan ervan uit dat er vier Shermans nodig zijn om één Panther klein te krijgen.
Vooral de Ardennese frontlijn was zwak bezet. Het «VIII Army» van generaal Middleton is daar aanwezig met drie infanteriebataljons (106th, 28th en 4th U.S. Batalion) en twee «Combat Commands» van de «9th Armored Division». Deze troepen moeten instaan voor de verdediging van 120 kilometer frontlijn. In deze ‘rustige’ sector bevinden zich door de gevechten zwaar geteisterde «28th en 4th Infantry Division» en de onervaren «106th Infantry Division» en «9th Armored Division». De eersten moeten daar terug op krachten komen en op versterkingen wachten, de andere moeten geleidelijk aan ervaring opdoen en in fazen bij de strijd betrokken worden. Dit was tenminste de opzet. De «9th Armored Division» was pas sinds oktober 1944 op het front aangekomen en haar «Combat Commands» werden beurtelings aan het dispositief van de «28th Infantry Division» toegevoegd om een zekere frontervaring op te doen.
Pas in de namiddag van 16 december werd generaal Eisenhower in Versailles op de hoogte gebracht van de nakende Duitse doorbraak en trommelt zijn Staf bijeen. Generaal Bradley torst de volledige verantwoordelijkheid voor de zwakke bezetting in de Ardennen en probeert het Duitse offensief nog als een ‘schijnmanoeuvre’ te verklaren. Eisenhower ziet echter onmiddellijk het reële gevaar in van de situatie en neemt onmiddellijk drastische maatregelen.
Amerikaanse pantsertroepen en Sherman-tanks trekken op richting Bastogne.
Doorsnede Duitse Panther tank WO II.
Doorsnede Amerikaanse Sherman tank WOII
In zijn memoires schrijft Eisenhower dat hij de stafvergadering opende met volgende bewoordingen: «de huidige situatie moet worden beschouwd als een goede kans en niet als een ramp. Rond deze vergadertafel verwacht ik uitsluitend opgewekte gezichten.» Het is voor iedereen duidelijk dat hij precies weet wat hij wil en dat hij de toestand volledig in handen heeft. Het belangrijkste besluit dat op de conferentie wordt genomen is deze dat de zes Amerikaanse divisies van Generaal Pattons «3th en 12th Corps» vanuit het Saarland naar het front Echternach-Diekirch-Bastonge zouden worden overgeplaatst. Tegelijkertijd zal zijn «8th Corps» deel gaan uitmaken van het Amerikaanse «III Army». Dit betekent dat de rechtervleugel van generaal Devers strijdmacht zich van Bitche tot aan Saarbrücken zal uitstrekken. Een telefoontje van de bevelhebber uit Verdun is voldoende om de gewenste troepenbeweging op gang te trekken. Het blijkt dat dit bevel – het gaat hier om het transport van 133.178 voertuigen over een afstand van 2.400 kilometers – in vijf dagen werd afgerond. In deze tijdspanne vervoerden de achterste echelons (zelfstandig opererende groepen) van het «III Army» 56.000 ton aan voorraden, deelde de staf van de inlichtingsdienst duizenden kaarten van de nieuwe sector uit en legde de verbindingsdienst ruim 36 kilometer nieuwe telefoonkabels. Dit alles gebeurde over met sneeuw en beijzelde wegen. Diezelfde dag nog zei Eisenhower tegen Bradly: «Brad, deze keer heeft de mof zijn kop in de vleesmolen gestoken…» en terwijl hij zijn vuist balt voegt hij er aan toe: «…en deze keer heb ik de zwengel beet».
De weersomstandigheden waren, naast het gevaar en andere ongemakken, voor beide partijen verschrikkelijk. Hier zien we Amerikaanse troepen bij de voedselbedeling, die tijdens een cruciale fase zelfs in het gedrang kwam...
4. De strijd.
U.S. Badge : Screaming Eagles
Terwijl de «82nd» en de «101th Airborne Division», behorende tot het «18th Airborne Corps» tot rust komen in respectievelijk Suippes en Mourmelon nabij Reims (na hun deelname aan de zware gevechten in Nederland, Arhem), breekt het Duitse leger half december door in de Belgische Ardennen. Beide luchtlandingseenheden dienen zo snel mogelijk de Belgische Ardennen te vervoegen, concreter Bastogne. Daar zullen ze, compleet omsingelt door acht Duitse divisies, stand weten te houden tegen een sterke Duitse overmacht. Vol ongeloof zien later de achterop komende oorlogscorrespondenten de ravage aan in de gevechtszones en dopen deze chaos «Alamo of Europe», hiermee verwijzende naar de heldhaftige strijd van een handvol Texanen tegen 5.000 Mexicaanse soldaten in 1836. Zelf zullen de mannen van het «101th Airborne» zich de titel: «Battered Bastards» of «The Bastogne Bastion» toekennen. Beide
luchtlandingseenheden zitten op dat moment ‘op hun tandvlees’ en bevinden zich
dus in de regio Reims (F) om terug op krachten te komen en om de lege plaatsen
in hun gelederen met nieuwe elementen aan te vullen. Korpschef, generaal M.
Ridgway zit op dat moment in Groot-Brittannië en generaal M. Taylor van de
«101th Airborne Division» zit in de V.S. om versterkingen te vragen.
«Roadblocks» rond Bastogne moeten met ‘vertragingsgevechten’ de Duitse oprukkende troepen het leven zuur maken. De manschappen komen vooral uit de onervaren Amerikaanse «9th Armored Division».
Generaal James Gavin van de «82nd Airborne» vertrekt met zijn divisie naar Bastogne en geeft de «101th Airborne», die later zal vertrekken, het bevel om zich richting Werbomont te verplaatsen. Een locatie die door de «Kampfgruppe Peiper» belaagd wordt. Het toeval zal hier verder een rol spelen. Artilleriecommandant en dienstdoende commandant van de «101th Airborne» wijkt namelijk ter hoogte van Bastogne van zijn opgelegde route af om meer inlichtingen in te winnen op het hoofdkwartier van het «VIII Army». Als hij daar op 18 december om 16:00u aankomt verneemt hij dat het dispositief is verandert: generaal Hodges van het «First Army» heeft namelijk het «101th Airborne» aangeduid om Bastogne «ten allen prijzen te verdedigen». En de «82nd Airborne» moet van haar voorsprong gebruik maken om zich naar Werbomont te reppen waar de situatie zo te zien nog dramatischer is. De rollen van beide eenheden worden dus omgekeerd.
Kolonel Roberts trekt intussen met de voorhoede van zijn «Combat Commands B» van de «10th Armored Division» Bastogne binnen. De nacht voordien was men ook overgegaan met het inderhaast opvullen van de bressen in het dispositief van de «28th Infantry Division». Deze troepen zullen echter zeer vlug versnipperd raken en nog weinig weerstand kunnen bieden tegen hun geduchte Duitse tegenstanders. De onervaren troepen van de «9th Armored Division» worden opgesplitst in «Task Forces» en krijgen de taak om wegversperringen op te richten op een twintigtal kilometer van Bastogne, om zo voor de nodige ‘vertragingsgevechten’ te zorgen. Niemand maakt zich echter illusies wat het weerstandsvermogen van deze inderhaast opgetrommelde onervaren eenheden betreft, maar men begrijpt ook de bijna hopeloze haast waarmee deze in de strijd worden geworpen. Tegen de vooravond van 18 december zullen bepaalde van die eenheden door de Duitse «2st Panzerdivision» praktisch volledig uitgeschakeld worden. Sommige eenheden houden nog geen kwartier stand. Het zijn deze troepen die onder andere de wegen naar Clervaux en Sankt Vith controleren. Ook moeten drie «Task Forces teams» de toegang tot Bastogne versperren. Het eerste stelt zich in het oosten op bij Longvilly (richting Sankt Vith en Clervaux), het tweede in het zuidoosten bij Wardin (richting Wiltz) en de derde groep neemt stellingen in ten noordoosten bij Noville (richting Houffalize).
Op 18 december om 22:00u wordt Von Lauchert zijn «Panzerdivision» op nog geen kilometer van Longvilly gekomen en strikt volgens de Duitse bevelen van hogerhand, naar het noorden richting Bourcy omgeleid. Daarbij verspeeld hij de kans om het praktisch niet verdedigde Bastogne in te nemen. Het hoofdkwartier van het «8th Army» verplaatst zich op dat moment naar Neufchâteau. Enkele uren eerder had de «Panzer Lehr-Division» Mageret bereikt. Amerikaanse troepen krijgen bevel om Mageret te ontzetten, maar worden gehinderd door elementen van de «9th Armored Division» en «Combat Command Roberts» die richting Bastogne proberen uit te breken. Beide eenheden hebben zo goed als opgehouden te bestaan.
De eerste troepen van het «501th Pararegiment» van luitenant-kolonel Julian Ewell arriveren in de nacht van 18 op 19 december in Bastogne. In de morgen van 19 december gebeurt de inplaatsstelling van het Regiment. Ze worden richting Neffe gedirigeerd om steun te verlenen aan de terugtrekkende Amerikanen van de «9th Armored Division». Het First Batalion van het «506th Para Regiment» arriveert begin de middag en wordt via Foy naar Noville gestuurd. De volgende dag, 20 december, als de Duitsers de weg vanaf Neufchateau in handen krijgen is Bastogne praktisch volledig afgesloten. Over deze weg was een uur eerder brigade-generaal Anthony McAuliffe Bastogne binnengereden. Hij zal vanuit de legerbarakken die tegenover het plaatselijke kerkhof liggen het commando over de troepen in Bastogne op zich nemen.
Naast het terugdringen van de verdedigers van Noville, bezorgt «Kampfgrouppe Kunkel» (26st Volks Grenadier Division) de Duitsers hun enige succes die dag. Majoor Ralf Kunkel is zuidelijk rond Bastogne getrokken en Sibret valt laat in de avond in zijn handen. In die plaats bevochten Duitse para’s van de «5de Paradivisie» en het «7th Army» elkaar sinds uren. Door de val van Sibret verliezen de Amerikanen hun belangrijkste communicatie- en bevoorradingslijn, namelijk de weg Bastogne-Neufchâteau.
De Duitse pantsergrenadiers waren geduchte tegenstanders voor de geallieerde troepen in en om Bastogne.
In en rondom de belegerde stad Bastogne zitten nu elementen van «Combat Command B» («10th Armored Divison»), de «101th Airborne Division» en restanten van de teruggetrokken troepen die meer oostelijk van Bastogne in stelling lagen. Ze staan tegenover een Duitse vijand die ondanks haar overmacht niet bij machte blijkt om een doorbraak te forceren. Het «Task-Forces O'Hara» biedt geduchte tegenstand rondom het plaatsje Marvie. De «Panzer Lehr-Division» heeft zich namelijk vanaf Wiltz in twee delen gesplitst en tracht op die manier door te breken. Het vermoeide team «O'Hara» krijgt versterking van het «2nd Battalion, 327th Glider Infantry Regiment» (een luchtvervoerd infanterieregiment). Pas na de virtuele omsingeling door de Duitsers beslist McAuliffe noodgedwongen tot inzet van de laatste twee bataljons van deze luchtvervoerde infanterie-eenheid. Deze troepen krijgen op woensdag 20 december rond het middaguur een zware aanval te verduren. Hoe verbeten de links gesplitste colonne van «Panzer Lehr» ook maar aandringt, ieder voertuig wordt door de Amerikanen vernietigd. Om 13.00 uur is de strijd hier voorbij, met vernietiging van deze Duitse eenheid. Zeker dertig pantsergrenadiers vinden tijdens die aanval de dood en dertig van hen worden krijgsgevangen genomen. De Amerikanen verliezen twintig man; waaronder vijf doden. Helaas is het noordelijk gelegen Noville niet te houden en dit dorpje valt die dag in Duitse handen. De Duitse legerleiding oordeelt dat de inname van Bastogne teveel tijd in beslag neemt. Als gevolg hiervan geeft generaal Von Lutttwitz opdracht om rond Bastogne heen te trekken. In de loop van de nacht van woensdag slaat het weer om. Het wordt kouder en begint opnieuw te sneeuwen. Hierdoor ontstaat voor de verdedigers van Bastogne een ernstig camouflageprobleem.
De verdediging van Bastogne is nu in handen van 18.000 Amerikanen, elf afdelingen artillerie, gemechaniseerde kanonnen en ongeveer veertig middelzware tanks. Overtuigd dat ze Bastogne kunnen innemen besluiten de Duitsers om de Amerikanen een voorstel te doen. Op vrijdag 22 december om 11.30u komen vier Duitse soldaten vanaf Remoifosse met witte vlag op de stellingen van «F Company, 327th Glider Infantry Regiment» af. Sergeant. Oswald Y. Butler van het «327th Glider» stuurt Ernest D. Premetz van het «327th Medical Detachment» naar hen toe omdat deze de Duitse taal machtig is. De delegatie van de Duitsers bestaat uit een majoor, een kapitein en twee soldaten. De kapitein spreekt Engels en zegt tegen Butler: «We are parlementaires.» De Duitsers worden geblinddoekt en naar de commandopost overgebracht in Marvie. Er wordt overlegt met het hoofdkwartier in Bastogne, met de mededeling «dat er enkele Duitsers waren die over de voorwaarden tot overgave wilden praten.» Het gerucht loopt als een vuurtje door de Amerikaanse stellingen «dat de Duitsers er genoeg van hebben en zich willen overgeven.» Majoor Alvin Jones brengt de voorwaarden naar generaal McAuliffe. In een beperkte bijeenkomst met de staf vraagt McAuliffe «welke de condities zijn die op het papier staan?» De Amerikanen moeten zich binnen de twee uren overgeven, anders zal Bastogne totaal verwoest worden. De Duitsers gaan ervan uit dat de Amerikanen, bekend om hun menselijkheid, de bevolking nooit zouden blootstellen aan zoveel bloedvergieten. McAuliffe barst in een lach uit en zegt enkel: «Aw, NUTS!» Kolonel Kinnard stelt dan voor enkel «NUTS!» op het papier te zetten. Wat zoveel betekent als: «Loop naar de duivel!» Er stijgt een spontaan applaus op uit de groep Amerikaanse stafofficieren en kolonel Harper brengt persoonlijk het antwoord naar de Duitse onderhandelaars over, want hij wil zo graag hun reactie zien. «It will be a lot of fun» zegt hij bij zijn vertrek…
Harper stapt naar de wachtende Duitsers en zegt hen: «Ik heb het Amerikaanse antwoord.» De Duitse kapitein vraagt of het een geschreven, dan wel een mondeling antwoord is. «Geschreven…» zegt de Amerikaanse kolonel. De Duitse kapitein vertaalt het bericht naar zijn majoor toe, die de betekenis van het antwoord niet begrijpt. «Is het afgewezen of gaan die Amerikanen nu akkoord?» vraagt hij. Harper verliest zijn geduld en zegt: «The reply is decidedly NOT affirmative!» en voegt daar aan toe: «If you continue this foolish attack, your losses will be tremendous.» De Duitse majoor knikt stijfjes. Kolonel Harper begeleidt de Duitse onderhandelaars naar het ontmoetingspunt en zegt tegen de Duitse kapitein: «If you don't understand what 'NUTS' means, in plain English it is the same as:. 'Go to Hell!', and I will tell you something else: if you continue to attack, we will kill every goddam German that tries to break into this city.» De Duitse kapitein antwoordt «dat zij vele Amerikanen zullen doden» en eindigt: «This is war.» Kolonel Harper knikt en zegt: «On your way Bud,...and good luck to yah.» Hij kijkt op zijn uurwerk: het is 13.50u en hij heeft al spijt dat hij hen geluk heeft gewenst…
Het chaotische geweld rond Bastogne gaat weer verder. De verliezen aan beidde kanten lopen schrikbarend op. Op vrijdag 22 december 1944 ratelt de telex in het hoofdkwartier van McAuliffe in Bastogne: «HUGH IS ON IT'S WAY.» Dit is een hoopvol bericht; het betekend dat de «4th Armored Division» onderweg is. Dit gevechtsonderdeel staat onder commando van Hugh Gaffey. Deze laatste had van Patton de opdracht gekregen: «...TO DRIVE LIKE HELL!» en rechtstreeks op Bastogne af te gaan. De hoofdmacht moet de hoofdweg Arlon-Bastogne nemen, op de linkerflank gesteund door «Combat Command B» en op de rechterflank door «Combat Command A». Deze twee laatste eenheden moeten via secundaire wegen opstormen richting Bastogne. Dit is geen gemakkelijke taak: om de Duitsers tegen te houden heeft het «VIII Army» eerder alle bruggen opgeblazen. Dit om een ‘blokkeerscherm’ voor de Duitse oprukkende troepen te vormen, die vanaf Martelange naar Neufchateau loopt…
Op het eind van vrijdag, 22 december 1944, zijn de Amerikaanse artillerie-eenheden nagenoeg door hun voorraad granaten heen. Ook wondverband en medicijnen worden schaars. Er is ook grote behoefte aan nieuwe voorraden brandstof en voedsel. Op 23 december wordt de zichtbaarheid beter, ondanks de sneeuwval. In de loop van de namiddag parachuteren 241 Amerikaanse vliegtuigen 144 ton goederen en ravitaillering voor hun belegerde troepen. Op het einde van zaterdag de 23ste december worden alle reserves ingezet om de stad te kunnen behouden. Het zijn de meest benauwende uren voor Bastogne. Overal proberen de Duitsers door te breken. Vooral de druk vanuit het oosten is enorm en Marvie wordt slechts ten koste van veel moeite behouden door «Task Force O'Hara».
Sommige Amerikaanse eenheden van de «4th Armored Division» rukken via secundaire wegen op naar Bastogne om er hun kameraden te ontzetten.
Op 23 december 1944 is het in de Ardennen eindelijk helder weer en de zon schijnt. Onmiddellijk stijgen de geallieerde vliegtuigen op. De eerste dag al worden 2.000 opdrachten uitgevoerd en in de drie volgende dagen nog eens 15.000. Op 24 december 1944 vallen 2.000 Amerikaanse bommenwerpers, samen met 900 jachtvliegtuigen de vliegvelden bij Frankfurt aan. Ook de verbindings-knooppunten bij Kaiserslautern , Bad Münster , Koblenz , Neuwied en Euskirchen worden aangepakt. Bij deze luchtraids gaan 39 geallieerde vliegtuigen verloren. Tegelijkertijd worden met succes aanvallen uitgevoerd op de vijandelijke achterhoede en op bepaalde doelen, op het strijdtoneel gelegen. Ten slotte kunnen 961 Dakota's en 61 zweefvliegtuigen 850 ton voorraad en munitie boven het belegerde Bastogne droppen en dat is zeker niet minder belangrijk dan de andere operaties waarbij de geallieerde luchtmacht betrokken was. De keerzijde van de medaille is dat het stadje Malmedy, dat al in Amerikaanse handen is door een vergissing tweemaal wordt gebombardeerd. Het Duitse «6st Panzer» raakt uitgeput, maar het Duitse «5st Panzer» slaagt erin om veertig kilometer in noordwestelijke richting op te rukken langs de lijn Saint-Hubert-Rochefort-Dinant. Door deze opmars komt Pattons linkerflank in gevaar. Daarom laat Eisenhower ijlings versterkingen aanrukken. Daarmee kwamen, volgens de berekeningen van het geallieerde opperbevel, op 24 december 32 geallieerde divisies in de strijd of in reserve aan het front in de Ardennen te staan. Daar tegenover lagen 29 Duitse divisies…
Zware moeilijkheden voor Pattons oprukkende troepen.
Pas op zaterdag 23 december om 15.00u is men klaar met het opzetten van de 30 meter lange «Bailey bridge» die de weg van Arlon naar Bastogne moet overspannen en waarover de hoofdmacht van Hugh Gaffey zich moet verplaatsten. Op zijn linkerflank gebeurt precies hetzelfde: oponthoud door vernielde bruggen en zware tegenstand van de Duitsers. Patton ergert zich mateloos en besluit een kleine «Task Force» vooruit te zenden die ook gedurende de nacht moet verder trekken om zo sneller Bastogne te kunnen bereiken. Toch slaagt «Combat Command B» (CCB) er in om tijdens de nacht van vrijdag op zaterdag al uit te breken in noordelijke richting. CCB trekt op tussen de huidige N 85 en N 4, richting Chaumont en vordert gestaag, terwijl CCA nog steeds aan het modderen is rond Martelange.
De «4th Armored Division» rukt op naar Chaumont. Op haar weg, de sporen van de zware gevechten...
Chaumont wordt verdedigd door de uitgeputte, maar nog niet uitgetelde Duitse «5st Fallschirmjäger Division». Omdat de Amerikanen bezig zijn met de opzet van een 'grote aanval' en waarin heel wat tijd kruipt heeft generaal Kokott de gelegenheid twaalf gemechaniseerde kanonnen naar Chaumont te sturen die de Duitse para’s steun moeten verlenen. De Duitsers zitten met een dilemma. Ze moeten de zuidkant verdedigen die door de «4th Armored Division» wordt belaagd en ze vallen gelijktijdig met hun «26st Panzer Grenadiere» Bastogne aan vanuit het westen. De opmars van het Amerikaanse «4th Armored» wordt fel bemoeilijkt door het Duitse «5st Fallschirmjäger». De Amerikaanse luchtmacht bombardeert bij vergissing op 23 december haar eigen troepen. Zaterdag 23 december wordt in en rond Bastogne de zwaarste strijd geleverd. McAuliffe's «101th Airborne Divison» is gewoon om vanuit een ingesloten situatie te 'werken'. Toch ziet ze zich genoodzaakt om het «8th Army Corps» te vragen met de hoogste urgentie en samen met de «4th Armoured Division» de druk op de vijand te verhogen: «The situation for us becomes rather gloomy.» Maar wat het «4th Armored» ook maar probeerde: er was geen doorkomen aan…
Amerikaanse genietroepen tijdens de constructie van een «Baileybrug» in de Belgische Ardennen 1944.
«Combat Command B» heeft in de regio Chaumont zware verliezen geleden. Er werden elf Sherman tanks uitgeschakeld en 65 Amerikanen kwamen om, waaronder alle officieren van de eenheid. «Combat Command A» (CCA) heeft rond Warnach een felle strijd uitgevochten. Er sneuvelden 68 Amerikanen en er gingen 5 «Shermans» verloren. Op zaterdag 23 december heeft CCA het plaatsje Warnach terug in handen. «Combat Command Reserve» («4th Armored» van Pattons «III Army») wordt ingezet om de rechterflank van CCA te ondersteunen. Deze troepen hebben intussen een zware dobber aan het innemen van Bigonville, dat pas op zondagmiddag wordt veroverd.
Ondertussen bereidden de Duitsers een laatste grote aanval voor op Bastogne. Deze is voorzien voor kerstdag zelf. De aanval zou vanuit het noorden en noordoosten worden ingezet met in de voorhoede de «26st Volks Grenadiere» en met verse troepen van de «15st Panzer Grenadiere». De Amerikanen die ten zuiden van Bastogne oprukken moeten nabij Assenois worden tegengehouden door het Duitse «39st Regiment».
De door iedereen gevreesde Duitse «Panther»-tank.
Een beeld van de felle gevechten in december 1944.
Gevangen genomen Wehrmacht-soldaat
Na een inleidende beschieting om 02.45u de maandagmorgen, rukken de Duitse troepen om 04.00u op richting Bastogne. Even lijkt het erop dat hun opzet zal slagen als 17 Duitse tanks van de «115st Kampfgruppe» vanuit Flamizoulle kunnen doorstoten richting Bastogne. Vol optimisme seint deze door «dat ze de westzijde van Bastogne hebben bereikt.» Ze forceren ook een doorbraak door de eerste perimeter van de Amerikaanse troepen, maar het «101th Airborne» omsingelt daarop de Duitse eenheid in de rug. Geen enkele van de Duitse aanvallers kan ontsnappen. Er volgt nog een laatste Duitse poging met een aanval van het «26ste Verkenningsbataljon» vanuit Isle-la-Hesse. Deze breekt zijn tanden op de Amerikaanse houwitsers en anti-tank kanonnen en wordt tot stilstand gebracht. De situatie wordt voor de Duitsers nog dramatischer als kolonel Kokott bericht krijgt van het «39st Grenadiere» dat twaalf Amerikaanse tanks Assenois zijn binnengereden… Op 26 december gaan de Duitse aanvallen vanuit het Westen verder. Het «Combat Command R» bereikt dank zij ‘nabije luchtsteun’ via Assenois het belegerde Bastogne. De Duitse omsingeling lijkt doorbroken…
Bastogne, december 1944.
De «4th Armored Division» bereikt Bastogne…
Om de zwakke flank van het CCA meer kracht te geven, is op maandag 25 december de «Combat Command Reserve» (CCR) verplaatst van de rechterflank naar de linkerflank van het CCA. Maar deze eenheid rijdt zich vast in de verdediging van het plaatsje Remoiville. Toch slagen ze erin om het dorp binnen te dringen en tijdens de ‘man tot man’ gevechten worden 327 Duitse krijgsgevangenen gemaakt. De Duitse troepen naderen Bastogne gestaag, terwijl het CCA de stad Arlon nog maar vijf kilometer achter zich heeft gelaten. Het CCB van zijn kant heeft Hompré bereikt, het plaatsje waar het voormalige hoofdkwartier van de Duitse kolonel Kokott was gevestigd en dat op zeven kilometer van Bastogne is gelegen. Op 26 december is het doel van het CCR het plaatsje Sibret. Ze rukken zeer snel op dankzij de (ongevraagde) hulp van enkele «Lockheed P-28 Lightnings». Deze vliegtuigen bombarderen Remichamp, waardoor de Duitse verdediging het opgeeft. Ook Clochimont is geen groot obstakel. In plaats van Sibret aan te vallen (omdat men daar een sterke verdediging verwachtte, wat achteraf niet zo was) besloten de commandanten van het CCR om naar Assenois op te trekken. Bij de eerste schemering begint om 16.45u een inleidende beschieting met 155mm kanonnen op Assenois. Vooraleer de laatste granaat is afgeschoten trekken de Sherman tanks al schietend vooruit. In de eerste tank zit luitenant Charles Boggess en deze drijft de snelheid van zijn tank op om Bastogne zo vlug mogelijk te bereiken. Zijn laatste obstakel op zijn weg is een kleine vierkante bunker, aan de rechterzijde van de weg gelegen. Luitenant Boggess schiet drie treffers in de betonnen verschansing. Boggess rijdt nog een honderd meter verder door en bemerkt zeker twintig dode Duitsers naast de bunker. In de duisternis ziet hij schimmen opduiken waarvan hij de uniformen meent te herkennen. Luitenant Boggess roept hen toe: «Come here! This is the 4th Armoured.» Na enige tijd stapt één van de figuren op hen af en roept: «I'm Lieutenant Webster of the 326th Engineers, 101st Airborne Division, glad to see you.» Zo komt in theorie op dinsdag 26 december 1944 om 16.55u een einde aan het beleg van Bastogne…
Lockheed P-38 Lightning
Het ontzetten van Bastogne kost Pattons «III Army» heel wat moeite. De Duitse «5st Fallschirmjäger Division» van luitenant-generaal Hellmann, die opereert op de rechterflank van het Duitse «VII Armee» biedt energiek weerstand. Pas op 26 december 1944 slaagt de Amerikaanse «4th Armored Division» van generaal-majoor Gaffey erin om junctie te maken met het belegerde garnizoen in Bastogne. Deze troepen kunnen slechts een smalle ‘corridor’ van slechts enkele honderden meter breed vrijmaken. Maar dit is voldoende om de versterkingen en het materieel aan te voeren. Generaal Maxwell Taylor, die op het moment van het offensief in Amerika vertoeft, kan dan eindelijk op 27 december zijn mannen van het «101th Airborne Division» terug vervoegen. De bevoorrading van de troepen en het wegbrengen van gewonden gebeurt vanaf nu in zuidelijke richting via de route Assenois. Diezelfde dag, 27 december en net voor dageraad, bombardeert de Luftwaffe Bastogne met Junker-88-vliegtuigen. Ondanks sneeuwval blijven de Amerikanen gedurende vijf dagen de stad bevoorraden door het inzetten van 130 vliegtuigen en 11 zweefvliegtuigen.
HIERNAAST: Elf Amerikaanse «Gliders» vliegen extra medisch personeel over naar Bastogne.
Op 25 december worden deze vluchten door het slechte weer boven Groot-Brittannië tijdelijk gecanceld. In de loop van de vier andere dagen wordt 850 ton ravitaillering overgevlogen met 962 vliegtuigen C-47. De Amerikaanse luchtmacht zorgt in de loop van die raids ook voor een niet te onderschatten steun aan de grondtroepen. Ze verijdelen elke Duitse poging om de Amerikaanse perimeter binnen te trekken. Er worden door de vijand 19 toestellen neergehaald en 50 vliegtuigen lopen zware averij op. Op 28 december voert de Duitse Luftwaffe een nieuwe luchtaanval uit en worden alsmaar meer troepen aangevoerd. Maar ook de Amerikanen in Bastogne krijgen nieuwe versterkingen en materieel.
De Duitse troepen ondernemen op 30 december 1944 vanuit de bossen van Marenwez en vanuit het westen nog verwoede pogingen om de route Assenois weer in handen te krijgen. Ze voeren een helse beschieting uit op de stad en vallen met vijf divisies de Amerikaanse stellingen aan. Pattons «11th Armored Division» van de «87th Infantry» valt de «26st Volks Grenadiere» in de flank aan. Wat Patton later «het meest kritieke moment van de strijd» zal noemen.
De gevechten rond Bastogne gaan zonder veel samenhang door tot 4 januari 1945. De Duitsers zetten nog hun «1st, 9st, 12st SS-Panzer Division» in, naast hun «3st en 15st Panzer Grenadier Division», de «26st, 167st en 340st Volks Grenadier Division», de «5st Fallschirmjager Division» en de Führer Begleit-Brigade. Zonder resultaat echter. De «4th, 6th, 9th en 11nd Armored Division» en «101th Airborne Division», gesteund door de Amerikaanse luchtmacht slaan elke Duitse aanval af. Vanaf 17 januari 1945 kan men stellen dat het «Ardennenoffensief» voorbij is…
Walther P-38, 9mm. Persoonlijk wapen van de officieren van de Duitse MP's
De vraag die kan gesteld worden is: «Hoe is men erin geslaagd om het moreel van het belegerde garnizoen in Bastogne op peil te houden?» Dit komt allereerst dank zij de oprechte steun van de bevolking onder aanvoering van zijn burgemeester, door iedereen vol achting ‘monsieur Jacqmin’ genoemd. Ten tweede, het zware gebulder van de kanonnen van het Amerikaanse «Third Army» gaf de omsingelden de nodige moed om vol te houden. Deze Amerikaanse beschietingen waren de voorbode van de geallieerde tegenaanval die in het zuiden wordt ingezet. In het noorden van de Ardennen stelde een aanval van de Amerikaanse «30th Division» (door de Duitsers «Roosevelts SS» genoemd), Hodges in staat om de sector die het dal van de Amblève bevatte af te grendelen. Hij deed dit door de stellingen, ingenomen door het Amerikaanse «Fifth Army», uit te breiden. Toch slaagde Dietrich erin, door op de linkerflank van zijn «1st SS-Panzer Armee» het «2st Panzer Armee» in de strijd te werpen. Een zet die de Duitse aanval nieuw leven moest inblazen. Op 21 december 1944 dwong hij Hasbrook om Saint-Vith te verlaten. Door tussenkomst van het Amerikaanse «18th Airborne», van het «Seventh Army» van Generaal Collins en van de «3th Armored Division» konden de geallieerden langs de lijn Manhay-Grandmenil-Hotton-Marche een aaneengesloten breder front vormen.
Ook Montgomery (‘Monthy’) speelde (of wilde) een rol (spelen) in het gebeuren. Als bevelhebber van de Britse «21th Army Group» had ‘Monthy’ een paar aanvaringen met enkele van zijn Amerikaanse ondergeschikten. Zijn voornaamste taak bestond erin om te verhinderen dat de Duitsers de Maas overstaken. Als hij daarin slaagde had hij er geen moeite mee om hier en daar in de Ardennen een dorpje prijs te geven aan de vijand. Hij voerde deze veldtocht nog volledig volgens de principes van de Eerste WO: «dicht eerst de bres en begin dan, als je er helemaal klaar voor bent aan een tegenaanval.» Om zich tegen alle onvoorziene omstandigheden te wapenen stelde de zeer nauwgezette Montgomery halverwege Namen en Brussel het Britse «XXX Army» van generaal Horrocks op. Dit was eigenlijk geen slechte zet: hierdoor vergrootte hij de bewegingsvrijheid van het oprukkende Amerikaanse «First Army». De Amerikaanse stafofficieren Hodges, Collins en Ridgeway hadden er echter een grote hekel aan om terrein te moeten prijs geven. Ze wilden met andere woorden «de vijand hun spierbundels tonen.» Tijdens deze fase die liep tot 24 december 1944 waren ongeveer 248.000 manschappen en 48.000 voertuigen betrokken.
Enkele bedenkingen. Bron: Veldslagen in de Lage Landen (Uitgeverij Davidsfonds Leuven), Prof. Luc De Vos, 1995.
Hitlers gok is dus mislukt en op 4 januari 1945 is zijn situatie veel minder rooskleurig dan deze op 16 december 1944 was, de dag van de Duitse inval in de Ardennen. De geallieerde legers zijn op dat moment bezig met een offensief dat hen tot in het hart van Duitsland zal voeren. De Sovjetunie zal op 12 januari starten met een eigen offensief dat hen naar Berlijn zal leiden. Men kan stellen dat het «Ardennenoffensief» van invloed is geweest op het inkorten van de Tweede Wereldoorlog.
De Duitse opmars in december 1944 verliep veel te langzaam (+/- 14 km per dag) en is in niets te vergelijken met de glorieuze aanval van mei 1940. Dit is vooral te wijten aan het gebrek van voldoende luchtoverwicht en de Ardennese wegen zijn door het winterweer nauwelijks te gebruiken. Men mag ook niet vergeten dat de geallieerden intussen ook de nodige oorlogservaring hadden opgedaan. Het verdedigen ‘tot het bittere einde’ van verkeersknooppunten, waaronder deze van Bastogne, was een zeer verstandige en wijze Amerikaanse beslissing. Dergelijke knooppunten, die van cruciaal belang waren voor het Duitse offensief, moesten ten allen prijzen gevrijwaard en in geallieerde handen blijven.
Rond Bastogne sneuvelden ongeveer 5.000 Duitsers en 1.700 Duitse soldaten werden gevangen genomen. Er sneuvelden ongeveer 2.500 Amerikanen, waarvan 642 bij de omsingelde troepen en 1.800 bij de troepen van het Amerikaanse «Third Army» die de stad ter hulp kwamen. De volledige «Ardennenslag» (16 dec 1944 – 31 jan 1945) kostte de Duitsers 100.000 man (20.000 doden, naast gewonden en vermisten). De twee Duitse pantserdivisies die tot Celles waren doorgedrongen, waren van de kaart geveegd en bestonden niet meer. Bij de geallieerden telde men een verlies van 85.000 manschappen (doden, gewonden, vermisten). En tijdens het volledige «Ardennenoffensief» vielen er ook 3.000 burgerslachtoffers te betreuren (in Bastogne alleen: 400 burgers)…
U.S. generaal Patton, hier tijdens een parade in Los Angeles, Californië (9 juni 1945). Hij geniet zichtbaar van de duizendkoppige massa langs de straten.