In de naweeën van de Congolese onafhankelijkheid zit het 3de Bataljon Parachutisten (3Para) nog verspreid in Urundi. Na het uitbreken van de muiterijen in Congo (5 juli 1960) komt het bataljon op 10-11 en 12 juli tussenbeide met een «gemotoriseerde raid». Ze ontwapenen de troepen van de Force Publique (FP). Op 14 juli worden ze op de Basis van Kamina teruggetrokken.
«OPS ALASKA» (Kasongo) volgt op de eerdere door het 3 Para uitgevoerde operatie in Kindu (17 juli 1960). In Kindu wordt het bataljon, dit in tegenstelling tot de operatie in Kasongo (waar trouwens gebruik wordt gemaakt van een beperkte strijdmacht), “blind” gedropt op het vliegveld van Kindu. Het vliegveld en de stad worden zonder weerstand door het 3 Para ingenomen. Bij die sprong zelf vallen drie gekwetsten onder de para’s.
Harvard T-6
Op 21 juli krijgt het 3 Para het bevel om via de weg op te rukken naar Kasongo (150 km ten zuiden van Kindu gelegen). Het detachement wordt gevormd door een Tactische Commandopost (PC), de 2de Compagnie/3 Para en een peloton Recce (bron C.H.D.D.) Men verleende me toelating om in het Centrum voor Historische Documentatie van Defensie (C.H.D.D., beter gekend als «het archief») over deze zaak nog niet vrijgegeven documenten in te kijken. Deze leren ons dat de para’s via BAKA opdracht krijgen: om het gevecht te vermijden; om eenmaal ter plaatse, te verbroederen met de Congolese bevolking en met de FP; slechts in uiterste nood (staat vermeld als « om zeer ernstige redenen ») kunnen de troepen een beroep doen op luchtsteun; er zullen bij het binnentrekken in de stad wel vier « niet gewapende T-6 vliegtuigen » in scheervlucht over het terrein vliegen als afschrikkingselement. De hele missie krijgt als codenaam «OPS ALASKA». Als het detachement pas enkele kilometers op weg is, wordt de operatie afgeblazen.
Enkele dagen later worden de orders hernieuwd. Op 25 juli om 06:00 uur begeeft de 2de Compagnie, samen met een peloton Recce en een gereduceerde PC zich richting Kasongo. De para’s bereiken Kasongo om 17:05 uur. Officieel is er sprake « van contacten met de muiters en ontwapening zonder problemen ». Als de para’s verder de stad intrekken worden ze onder vuur genomen door zwarte politiemannen. Deze worden omsingeld en daarna zonder tegenstand ontwapend. Een deel van hen slaagt erin om in de brousse te vluchten en te ontsnappen. In de buurt van het FP-kamp stuiten de para’s op een 50-man sterk peloton Congolese soldaten. De para’s verspreiden zich snel en trekken op richting muiters. Kapitein Desprechins probeert te onderhandelen met de Congolese militairen opdat deze zich zouden overgeven. De Congolese pelotonschef geeft zijn mannen plots bevel om het vuur te openen. Dit wordt door de para’s met een korte, maar krachtige fusillade beantwoord. Tol: 4 doden in Congolese rangen. Sommigen geven zich over, anderen vluchten de brousse in. Kort daarna worden de andere Congolese soldaten in het kamp ontwapend. In de documenten die ik kon inkijken staat: « 17:05hr : AK [aankomst] in Kasongo. FP willen hun wapens niet inleveren. 17:50hr : Vuurcontact. 19:20hr, COM 3 Para : FP weigert ontwapening en komen ons tegemoet. Vuur wordt geopend. Bij de FP : 4 doden. Eigen rangen : nihil. »
Bericht COM 3 Para → BAKA: « 26 juli 1960, 08:10hr : Blanke bevolking verlaat COTONCO. Willen enkel blijven indien militairen bescherming verlenen. »
Ook hier gebeurt dus wat overal in Congo op dat moment enorme proporties aanneemt: de blanke bevolking vlucht massaal het land uit. Uit de verslagen blijkt dat er op dat moment geen duidelijke overeenkomsten of afspraken meer zijn tussen het COM 3 Para en BAKA. Verschillende documenten bevatten de uitdrukkelijke vraag vanuit het COM 3 Para of de troepen ter plaatse moesten blijven? Of er een peloton in ‘stand by’ moest achterblijven?… In de verslagen die ik inkeek is hierop vanuit BAKA geen reactie gekomen. We weten dat om 13:10hr die 26ste juli het detachement (of althans een deel ervan) zeker nog ter plaatse is. In een nota van die datum lezen we: « Road bloc: camion valt zonder benzine. Dringende vraag om brandstof. » Uit dit bericht valt niet op te maken of de eenheid zich op dat moment aan het terugtrekken is. Ik heb indicaties gevonden dat ook op 27 juli er nog achterhoede troepen van het 3 Para in de regio aanwezig zijn.
Een beeld van de aankomst van Marokkaanse UNO-troepen in Congo midden augustus 1960. Op de achtergrond staat een Belgische C119 – Flying Boxcar.
Uit dit alles blijkt een nerveuze en gespannen sfeer. Vermoedelijk is het door de UNO uitgevaardigde bevel aan alle Belgische en vreemde troepen « om het land te verlaten » een deel van de oorzaak van nervositeit onder de troepen (de Belgische troepen zullen sowieso vanaf 5 augustus praktisch allemaal in Ruanda-Urundi zijn samengetrokken).
De enigszins gespannen situatie blijkt uit volgende communicatie:
30 juli 1960, COM 3 Para → BAKA « 13:40hr : Aankomst van Ierse UNO-troepen. Overgevlogen door drie U.S.A.F. C130’s. Lichte bewapening/Europese tenue. Willen geen contact met [3 Para] ons. » Hierop volgt een reactie, zelfde datum, van BAKA: «Vraagt inlichtingen over: de [UNO] eenheden. Hun plaats. Het aantal effectieven. Naam van de eenheidscommandanten. Naam, Code en n° Code van Bataljon en Eenheden. Het soort transport waarover ze beschikken en de omvang. »
Operatie «ALASKA» was één van de vele tussenkomsten van Belgische troepen in Congo net na de onafhankelijkheid en was bedoeld om bedreigde landgenoten te ontzetten. Vanuit bepaalde hoek probeerde men de paracommando’s bij die gelegenheid in diskrediet te brengen en beschuldigde men hen van gebruik van ‘buitensporig geweld’. In één van de verslagen die ik in het legerarchief in Brussel kon inkijken las ik het rapport over de dood van een Congolees jongetje tijdens dit vuurtreffen. Hierop volgde een degelijk, onafhankelijk onderzoek. Hieruit bleek dat de jongen door een ‘ricochetschot’ om het leven kwam (wegkaatsende kogel) en niet ‘doelbewust onder vuur werd genomen’ zoals vanuit bepaalde hoek werd beweerd.
Lees ook over deze periode detopic: «DE ZAAK 'LOKANDU».