Sinds 1947 bepaalt de Koude Oorlog de internationale politiek. Als de Noord-Koreaanse troepen Zuid-Korea binnenvallen vreest het Westen dat dit slechts een afleidingsmanoeuvre van de Sovjet-Unie (S.U.) is om West-Europa binnen te vallen. Met hun succesvol kernbom programma verstoort de S.U. in de ogen van de Europese machtshebbers het evenwicht tussen Amerika en Rusland. Komt daar nog de oprichting van de Volksrepubliek China bij, wat het communistisch blok een belangrijke partner bij levert.
Ook in België groeit bij de regering en niet in het minst bij de bevolking, die nog maar net de Tweede Wereldoorlog is ontgroeid, na het uitbreken van de Korea oorlog de angst voor een communistische inval. De Belgische bevolking slaat aan het hamsteren en de Belgische regering volgt de richtlijnen van het ‘Pact van Brussel’ (een in 1948 opgerichte militaire samenwerking tussen de Europese Staten na de staatsgreep in Tsjecho-Slowakije) om hun defensie- en bewapeningsinspanningen op te drijven. Dit heeft o.a. tot gevolg dat het Belgische defensiebudget met vijf miljard wordt verhoogd en de productie van Congolese grondstoffen wordt opgevoerd.
Het sturen van Moederlandse Troepen naar de kolonie.
In 1950 en begin 1951 – de Koreaanse oorlog woedt in alle hevigheid – houdt de Belgische regering terdege rekening met een verslechtering van de internationale situatie. De bijdrage die Belgisch Congo aan de Belgische oorlogsvoorbereidingen kan leveren – men houdt op dat moment de facto rekening met de bezetting van België door Oostblok troepen – zijn niet enkel economisch. Volgens het C.M.D (Comité Ministériel de Défence) kan de Belgische kolonie bij een eventuele bezetting van België immers als toevluchtsoord en uitvalsbasis dienen voor een eventueel uitgeweken regering. Men wil namelijk situaties vermijden zoals deze bij de aanvang van de Tweede Wereldoorlog, waar ministers op de vlucht waren en pas later een mini-regering in Engeland hadden gevormd. Men twijfelt op dat moment nog steeds of bij een aanval op Europa, Groot-Brittannië de dans zal kunnen ontspringen. Dus tekent de Belgische regering een nieuwe ‘vluchtroute’ uit en deze wordt de kolonie. « Au cas où les forces NATO ne pourraient tenir tête à une attaque russe, notre seul atout du point de vue national serait la Colonie » (AAD, nr. 172: Verslag zitting CMD, 2/2/1953).
Troepen van de F.P. defileren voor hun Belgische officieren.
Moderniseren.
Voor de in stand houding van binnenlandse rust en de bewaking van het Congolese territorium tegen externe invallers beschikt de minister van Koloniën over De Force Publique of Openbare Weermacht (die opereert onder het gezag van de gouverneur-generaal, de hoogste gezagsdrager in de kolonie). De troepenmacht is hoofdzakelijk samengesteld uit Congolese soldaten die omkaderd worden door Belgische officieren en onderofficieren. Begin de jaren vijftig beslist een groep experts, waaronder een aantal Amerikaanse militairen, dat deze troepenmacht niet meer is aangepast aan de militaire eisen van de jaren vijftig. Teneinde nieuwe dreigingen het hoofd te kunnen bieden wordt dan ook beslist om de Force Publique te moderniseren en uit te breiden en om in de kolonie Belgische militaire bases op te richten
Andere stellingnames.
Luchtfoto van de Belgische Basis van Kamina,
eind jaren vijftig.
Al in 1948 was de mogelijkheid om Belgische troepen in Congo te stationeren in een rapport van een ‘Gemengde Militaire Commissie’ aan bod gekomen. Deze stellingname stuit echter bij de internationale anti-imperialistische meerderheid op fel verzet. Dus zoekt de regering en de administratie van Koloniën naar voldoende argumenten die het sturen van moederlandse troepen moet verantwoorden. Als de Verenigde Staten zich plots uitspreken ten voordele van het sturen van troepen naar Derdewereldlanden, reageert de Belgische regering enigszins gepikeerd: « En effet, s’il y a deux ans, nous avions envoyé des troupes métropolitaine au Congo, il nous aurait été reproché d’occuper militairement un territoire dépendant, de gouverner par force, etc. Actuellement les Etats-Unis nous demandent de façon pressante d’y envoyer des troupes, l’anti-colonialisme international est en perte de vitesse et, l’Europe et l’Amérique sont inquiets des troubles du Kenya » (VANDERSTRAETEN, De la Force Publique, 80; AAD, nr. 169: CMD, nota, En ce qui concerne les questions posées par le Comité d’Etudes, au chapitre intitulé ‘Synthèse et Conclusions’, z.d.).
Deze Belgische bases kunnen enerzijds het internationale prestige van zowel de kolonie, als van het moederland opkrikken en tevens een buffer vormen tegen mogelijke rellen en opstanden in de kolonie. Een schrik die ingegeven wordt door de onrustige situatie in de Congolese buurlanden. En verder willen de Belgen, in geval van een escalatie, de Amerikanen voor zijn door zelf militairen in Congo te stationeren. Het moederland wil namelijk haar volledige soevereiniteit in Congo bewaren.
Strategische plaatsing.
Douglas DC4.
De plaats waar deze bases moeten komen is voor de regering van meet af aan duidelijk en deze kiest voor de strategisch twee belangrijkste regio’s van Congo: Katanga (Basis van Kamina, voorzien voor een eskadron DC 3’s en een bataljon paracommando’s), wegens zijn belangrijke concentratie aan grondstoffen (koper, mangaan, zink, uranium) en de basis in de omgeving van de eerder beperkte kustlijn van Beneden-Congo, die moet instaan voor de verdediging van de benedenloop van de Congo-rivier (de zee- en luchtmachtbasis van Banana en de Basis van Kitona, voorzien voor een bataljon paracommando’s, maar die pas in 1959 volledig is afgewerkt. Het 13de Detachement Belgische paracommando's neemt er, n.a.v. de onlusten in januari 1959 voor het eerst zijn intrek. Andere eenheden zullen volgen in de aanloop naar en, na de onafhankelijkheid (tot augustus 1960)).
Naast de garantie voor de binnenlandse rust biedt de Basis van Kamina nog een ander belangrijk voordeel: tot 1953 moeten alle jongemannen die in Congo zijn opgegroeid hun militaire dienstplicht in België vervullen. Door de installatie van de Basis van Kamina kunnen de zonen van kolonialen in Congo zelf hun dienstplicht vervullen. Door het geringe aantal beschikbare kandidaten kan dat enkel bij de landmacht en naast hun militaire opleiding moeten de miliciens ook enkele maanden bijspringen in de ateliers op de Basis. Op die manier slaagt het ministerie van Defensie erin om de werkingskosten die de Basis met zich meebrengt in te perken.