De maand augustus 1964 vormt een 'kantelmoment' in de Congolese militaire strategie. Men kan stellen dat het tijdsbestek waarin deze hele evolutie zich afspeelt als het ware begrensd wordt door twee verklaringen.
De ene is afkomstig van generaal Mobutu (6 augustus 1964): "Er is geen grootscheepse operatie voorzien tegen Stanleystad. Wij zullen wel in een straal van verschillende 100-den kilometer rond de stad [Stanleystad] de militaire basissen versterken". Op dat moment is Linkeroever - waar de spoorweg van Ponthierville uitmond - voorlopig nog in handen van het A.N.C. Langs de andere kant verklaart Tshombe op 28 augustus op een persconferentie: "De regeringstroepen die in Kamina zijn gestationeerd bereiden zich voor om alle grondgebied, dat in handen van de rebellen is, te heroveren. Twee objectieven hebben hierbij voorrang: Stanleystad en Kindu". Tussen deze twee tegenstrijdige verklaringen, tussen deze twee data 's eigenlijk - 6 en 28 augustus - situeert zich het echte keerpunt in de Congolese burgeroorlog. Deze ommekeer in de houding van de Congolese Centrale Regering gebeurde vooral door gebeurtenissen die buiten haar 'interne keuken' lagen. Als daar zijn: 1) de concretisering van de Belgisch-Amerikaanse militaire bijstand, gestimuleerd door de uitbreiding van de rebellie. 2) het dreigende gevaar in Leopoldstad zelf [Tussen documenten, gevonden op gedode of gevangen genomen rebellen in Bolobo, zit onder andere een gedetailleerde planning om Leopoldstad te veroveren. Volgens deze plannen zijn er al 900 "patriotten" de hoofdstad binnengedrongen] Maar ook in het "Plan Vandewalle", waarin deze laatste overgaat tot de oprichting van de "5de Gemechaniseerde Brigade", komt deze ommekeer explicieter tot uitdrukking... Meer details hierover in mijn boek: Het jaar van de Draak. Congo 1964. € 35 + eventuele verzendingskosten. Uitgeverij Masoin, Ernest Masoinlaan 15, 1090 Brussel T. 02 478 37 06 charles.blanchart@scarlet.be |
AuthorEddy Hoedt Categories |